bekijk - digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren

524
ick nu vier oft vijf maenden lang vruchteloos hebbe moeten wachten. God geve,
wanneer sij voor den dagh sal komen, dat se noch ijet vruchtbaers moghe te weghe
brengen, daer ick geensins de grootste hope van en hebbe, considererende de
humeur van desen machtigen ende fieren Prince .... 12 Jan. 1663.
6013. J. Sauzin. (H.A.)
De heer de Bezons, intendant in Languedoc, schrijft mij den bijgaanden brief 1) . Wij
hebben daarover vergaderd en besloten, Beauregard dien brief te laten zien .....
D'Orange, ce 17 e Janvier 1664.
6014. Prinses Amalia van Oranje. (H.A.)
Ik heb niet veel hoop op uw gesprek met den Koning, maar uwe memorie vind ik
heel goed. Ik heb weer naar Engeland geschreven en den kanselier meegedeeld,
wat de heer d'Estrades mij gezegd heeft. ‘Je tascheray de parler a M. rs de Gent, et
van Beuningen sur l'expedient que vous me proposéz, bien que je n'en entende
pas grand effect, puisqu'on s'obstine si fort pardela.’ De Raad en de thresoriers zijn
verwonderd, dat gij den credietbrief nog niet hebt ontvangen. De ziekte van Sauzin
is zeker de oorzaak, dat gij niets over Oranje meedeelt. A la Haye, ce 18 e de l'an
1663.
6015. Aan den raad van den prins. (H.A.)
In gevolghe van mijn jongste schrijvens van den 12 en deser hebben sich mijn soon
ende M. Chieze door den predicant Riconet 2) laeten geleiden ten huijse, daer de
bewuste papieren wierden gesecht heimelijck gebracht te wesen, in allen schijn oft
de communicatie derselve een' dangereuse saeck waere voor deghene, die se
besitten, ende met dusdanighe grimaces geern op de hoogste merckt wilden brengen.
Wat slagh van coopmanschap sij aldaer gevonden hebben, sal het U. EE. gelieven
te vernemen by het verbael hiernevens gaende 3) , 't welck ick noodigh gevonden
hebbe haerluijden van haer wedervaeren te doen instellen, om in tijden ende wijlen
tot onser aller descharge ende onderrichtinge te moghen dienen, wanneer naer
desen eenigh niew gerucht van desen wonderlicken schatt moghte komen gemaeckt
te werden, daerin doch niet als copijen en werden bevonden van dingen, die men
in alle Hoven van justitie kan bekomen. Niettemin blijve ick van sin, dit verbael
neffens andere vorighe memorien aen la Pize te senden, ten einde hij daerop een'
formele deductie
1) In dien brief van 8 Januari - hij is bij de papieren - wordt Sauzin namens den Koning gelast,
om te gelijk met Beauregard voor de Bezons te verschijnen.
2) Zie No. 6012.
3) Zie blz. 522, Noot 8.
Constantijn Huygens, Briefwisseling. Deel 5: 1649-1663