bekijk - digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren

[Brieven]
4926. A. Rivet 1)
. (L.B.)
1
Uw zoon heb ik onderhouden over het duel. De zaak brengt nog al opschudding te
weeg. Het is misschien niet kwaad, ook hier gebruik te maken van het plakkaat van
de Staten van Holland tegen duelleeren. De Breda, le 19 Mars 1649.
4927. J.H. Dauber 2)
. (L.B.)
De heer Renesse 3) vraagt mij eene aanbeveling voor zijn zoon 4) . Van dezen kan ik
niets dan goeds zeggen, wat zijne studie en zijn leven betreft. Hij is, na te Utrecht
en hier gestudeerd te hebben, te Leiden in de rechten gepromoveerd. Waesbergen 5)
zou gaarne betaald worden, anders kan hij onze theses niet langer drukken. A
Breda, ce 23 Mars 1649.
4928. A. Rivet 6)
. (L.B.)
Lodewijk is wel niet de aanvaller geweest, maar hij had de uitdaging niet moeten
aannemen. Ik heb hem onder handen genomen. De officier, die bij het duel
tegenwoordig was, heeft provoost gekregen van den heer de Hauterives 7) . Studenten
moesten geen degens dragen en in mijn tijd gebeurde dat te Leiden ook niet. Gij
kunt hier te gelijk als vader en als curator optreden. De Breda, le 23 Mars 1649.
4929. F. Spanheim 8)
. (L.B.)
Je vous renvoye vostre escrit avec mes tres-humbles graces. J'avouë qu'il est subtil,
et vient de gens d'esprit. On ne pourroit faire une anatomie plus exacte d'une piece
semblable. Je souhaitteroy neantmoins que ces scrupules
1) Zie IV, No. 4924.
2) Zie IV, blz. 343.
3) Zie III, blz. 7.
4) Zie IV, blz. 348.
5) Johannes van Waesberge was van 1646 tot 1651 drukker te Breda; hij drukte alles voor de
Illustre School.
6) Uitgegeven in Oeuvres complètes de Christiaan Huygens, I, blz. 104. - Zie No. 4926.
7) Zie IV, No. 4922.
8) Zie III, blz. 364.
Constantijn Huygens, Briefwisseling. Deel 5: 1649-1663