bekijk - digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren

343
de eer te hebben van syn aengename geselschap, ende ben van syn Wel. Ed. ten
opzichte van de spraeck, die hy uyttermate wel tot syn wil heefft, seer wel gedient.
Vermits de schar[s]heyt van vivres ende de moeyelyckheyt van de hooge bergen,
hebben wy ambassadeurs geresolveert ieder apart te reyseu tot S. t Augustijn toe,
synde ses a seven mylen van Madrid, vanwaer publycque ministers hun komste
aen 't hoff gewoon syn bekent te maken. Godt geve, dat wy in corten tyt mogen
daer syn, ende onse vrunden in 't vaderland ons avontuyr mogen overbrieven,
waermede besluytende sal ick nae offre van mynen geringen dienst blyven .... In
de haven van S. t Anthoni, den 12 e Novemb. 1660.
5664. Beatrix de Cusance. (B.M.)
Ik heb het wel verdiend, dat gij zoo weinig schrijft, maar het doet mij toch leed. Ik
heb veel verdriet gehad. Nu ben ik hier op drie uren afstand van Brussel en heb
mijne dochter en haar man 1) bij mij. Ik wilde, dat gij mijne dochter eens hoordet ‘ioue
du clavesing’. Zij heeft al de liederen gehoord van ‘Lembert 2) ay autre yelustre en
sinphonie, ce qui luy a donnes quelque agremant a sont jeux’. Wat gaat het goed
in Engeland! Laat die goede Koning nu maar spoedig trouwen en er voor zorgen,
dat hij kinderen krijgt, om zijn troon te bevestigen. De groeten aan juffr. Casembroot 3) .
De Biene (?), ce 14 e Nov. bre (1660) 4) .
5665. Aan de hertogin van Lotharingen 5)
. (K.A.)
Ja, de vorst 6) doet wel vreemd, door nu te Parijs ééne der nichten van kardinaal
Mazarin ten huwelijk te vragen. Dat bericht mij mijn Archimedes, die te Parijs
allervriendelijkst ontvangen is. Ik wilde, dat ook wij al de goede muziek hoorden,
die men daar maakt ..... A la Haye, ce 25 e Nov. 1660.
5666. Aan R. Keuchenius 7)
. (K.A.) Lat.
Hierbij gaat een lofdicht op uw Frontinus 8) ..... Decemb. 1660 9) .
1) Anna van Lotharingen werd in 1660 de tweede vrouw van Franciscus Maria van Lotharingen,
prins van Lillebonne.
2) Lambert; zie IV, blz. 507.
3) Zie IV, blz. 490.
4) Huygens vulde het jaartal in.
5) Kopie van andere hand. Een paar zinnen van den brief zijn uitgegeven door Jonckbloet en
Land, t.a.p., blz. 38, de geheele brief in Oeuvres complètes de Christiaan Huygens, III, blz.
190.
6) Nl. Karel IV van Lotharingen.
7) Robertus Keuchenius (1636-1673), geb. te Arnhem, studeerde in de rechten, was van 1661
tot 1668 professor in de geschiedenis en de welsprekendheid te Amsterdam, reisde naar
Frankrijk en stierf in zijne geboortestad. Hij heeft Latijnsche schrijvers uitgegeven, Latijnsche
gedichten en historische werken geschreven.
8) In 1661 kwam te Amsterdam uit: Sexti Julii Frontini, quae extant, Robertus Keuchenius .....
post Modium, Stewechium, Scriverium, Notis et Emendationibus illustravit. - Den 4 den Dec.
schreef Huygens een lofdicht op het boek (vgl. Gedichten, VI, blz. 289).
9) De datum is niet ingevuld; waarschijnlijk is de brief van 4 December.
Constantijn Huygens, Briefwisseling. Deel 5: 1649-1663