bekijk - digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren

5232. Cesare Calandrini 1)
. (L.B.)
148
Uw zoon Lodewijk heeft mij bezocht. Ik heb hem herinnerd aan uwe belofte, om mij
uwe Nederlandsche gedichten te zenden, maar ik hoor, dat zij nog niet gedrukt zijn.
Als uw zoon naar Frankrijk gaat, moet hij eenige maanden te Genève bij mijn broer
Jean Louis gaan logeeren. Toen ik uw zoon te Chelsea bij den heer Cats een bezoek
wilde brengen, was hij op reis naar Wales 2) . Sir John Ogle 3) heeft u mijn brief
overhandigd, dien ik ongeveer een jaar geleden schreef; mijn brief van 31 Mei 1650,
waarin ik u bedankte voor het zenden der Momenta desultoria, schijnt weggeraakt
te zijn. (Black f]ryers 4) . 1 Juill. 1652.
5233. E. van Bouricius 5)
. (L.B.)
Om niet ondankbaar te zijn, ‘soo heb ick de vrymoedicheyt genoemen, dit cleyn
glaesie met een vars aen UEd. te stuyren’. In Leeuwarden, den 3 Julij 1652.
5234. J. Dedel 6)
. (H.A.)
De quaestie, die nu gedisputeert word, bestaet daerinne, of de Princesse Douagiere
gehouden is te antwoorden op het contraversoeck by de Princesse Royale gedaen,
daerby gesustineert werd, dat de verseeckering by Syn H. t by codicille gedaen moet
strecken voor assignatie van 100 duysent gulden, en dat sulx de collatie van alle
ampten haer Co. H. t daerover is competerende, considererende, dat alle de plaetsen
boven de 100 duysent gulden niet connen uytbrengen, als afgetrocken is t geen die
van Amsterdam moeten jaerlyx genieten 7) . Mevrouw Prinsesse Douagiere seght,
dat het is extra compromissum ende dat het by beyde collegien oversulx niet can
werden gedecideert. Wy hebben beginnen te opineren; ick denck, dat men mergen
of overmergen sal voortgaen. (8 Jul. 1652.)
1) Zie I, blz. 15.
2) Bij Mevr. Morgan.
3) Zie III, blz. 499.
4) Het papier is hier afgescheurd.
5) Uitgegeven door Van Vloten, Dietsche Warande, VIII, 1869, blz. 486. Een gedicht van 14
regels is aan den brief toegevoegd; daaruit blijkt, dat Huygens aan de dichteres zijn
Oogentroost had gezonden.
Eelckien van Bouricius, eene dochter van Hector van B., afgevaardigde ter St.-Gen. (vgl. I,
blz. 344), was in 1635 getrouwd met Dr. Epeus van Glinstra, sedert 1638 griffier van het Hof
van Friesland. Zij heeft o.a. ook een lofdicht geschreven op de Hemelsche Troost-Borne
(1651) van Sibylle van Griethuysen en Sibrandus Francisci.
6) De brief mist onderteekening, datum en adres, maar Huygens teekende er den datum op
aan.
7) Wegens eene schuld door Willem II aangegaan; zie beneden.
Constantijn Huygens, Briefwisseling. Deel 5: 1649-1663