bekijk - digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren

241
gedrukte vellen van mijne Psalmberijming 1) . Ik hoor, dat hij met een uwer andere
zoons en met den heer Doublet naar Frankrijk is. Wilt gij eens vragen, of mijn brief
is overgekomen? Hornae, 26 Quinct. (Jul.) 1655.
Brenger dezes, mijn vriend, is advokaat en komt eene zaak bepleiten over moord.
Kunt gij bij de heeren Dedel en van Dorp ook iets voor hem doen?
Brenger brengt dezen terug. Hij heeft u niet t'huis getroffen, maar de zaak van
zijn client is in orde. Cools 2) verzoekt mij u te groeten. Hornae, IV Aug. ti 1655.
5419. Christiaan Huygens 3)
. (L.B.)
Wij hebben den laatsten tijd kleine uitstapjes in de buurt gemaakt en veel moois
gezien 4) . Ik heb den heer de la Barre 5) bezocht en kennis gemaakt met eenige
wiskundigen, o.a. met Gassendi 6) . A Paris, le 6 Aug. 1655.
5420. Christiaan Huygens 7)
. (L.B.)
Morgen gaan wij naar Orleans en dan verder varen op de Loire. De heer Boreel 8)
is vriendelijk tegen ons en Tassin heel gedienstig. (Aoust 1655) 9) .
5421. Aan Volckerus van Oosterwijck 10)
. (K.A.)
De schrijffout behoeft u niet te verontrusten. Hag. Com., XVI Aug. CIƆIƆCLV.
5422. J. Westerbaen 11)
. (L.B.)
Pro munusculo poëmatum tuorum uti tibi gratias debeo agoque, ita mihi apprime
gratulor,
1) Nl. Davids Psalmen, Na de Nieuwe Oversettinge, Op even veel Veersen, op de selfde Wijsen,
als van Dathenus, en geheel op Noten, en op een Sleutel gestelt, Gerijmt door Henrick Bruno,
Amsterdam, 1656.
Toen het boek uit was, heeft Huygens er twee lofdichten op geschreven (vgl. Gedichten, V,
blz. 285).
2) Zie blz. 114.
3) Uitgegeven in Oeuvres complètes de Christiaan Huygens, I, blz. 341.
4) sten
Den 28 Juni waren Christiaan en Lodewijk Huygens met hun neef Philips Doublet naar
Parijs vertrokken.
5) Zie IV, blz. 486.
6) Zie, II, blz. 225.
7) Uitgegeven in Oeuvres complètes de Christiaan Huygens, I, blz. 344.
8) Willem Boreel, de gezant.
9) De brief mist plaats, datum en jaar, maar moet in Aug. te Parijs geschreven zijn.
10) Volkerus van Oosterwijck (1603-1675), geb. te Delft, was een tijd lang predikant bij de
Hollandsche ambassade te Venetië; in 1634 werd hij beroepen te Rotterdam, in 1640 te Delft.
Hij heeft verscheidene bundels gedichten uitgegeven. Huygens had hem in 1653 zijn Hofwyck
toegezonden met een versje (vgl. Gedichten, V, blz. 47).
11) Uitgegeven door J.A. Worp in Tijdschr. voor Nederl. taal- en letterk., IV, 1886, blz. 260.
Constantijn Huygens, Briefwisseling. Deel 5: 1649-1663