bekijk - digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren

277
Guilielmum Grotium 1) , Hugonis fratrem, quem itineris de quo dixi jucundissimum
comitem habebam, testabitur ejusdum epigramma currente navi conscriptum, in
qua scilicet a lectione vestrarum elegantiarum uterque incalueramus plus satis. Ejus
testimonij exemplar, si libet, apud amplissimum Gevartium 2) invenies, et quantum
hic male laxo sermone prodidi, eleganti metro collectum amabis. Plura quae huc
faciunt coram aliquando, si Deo visum erit, conferemus. Interim tu vale, vir eximie,
et me ama. Idem ut excellentissimus Segherus 3) facere perseveret, quaeso vel te
saepius admonente fiat. Hagae Com., XV Cal. D. (= 17 Nov.) 1656.
5518. H. Bruno 4)
. (L.B.)
Wilt gij een lofdichtje schrijven op mijn Job en mijne Klaagliederen van Jeremias 5) ?
Hornae, propridie Cal. Decembr. (= 29 Nov.) CIƆIƆCLVI.
5519. Aan lady Swann. (K.A.) Eng.
Ik condoleer u met den dood van uwe moeder 6) . 14 Dec. 1656.
5520. Johan Maurits van Nassau. (H.A.) Duitsch.
Het spijt mij, dat de som niet eerder betaald is 7) , maar dat komt door de slechte
betaling der W.-Indische Compagnie. Zij heeft mij nu eenigen tijd geleden op
afrekening ƒ 60000 op de provincie Holland gegeven. Dat geld heb ik nog niet geïnd,
ook al doordat ik nu hier woon. Maar ik kom spoedig in Holland en zal de zaak dan
in orde maken. Cleve, den 10 Januarij 1657.
5521. J.J. Bievers 8)
(K.A.)
Peu de jours apres que j'eus l'honneur de recevoir celle de vostre Seigneurie, je fus
a Luxembourg, ou je me suis informé de la genialogie de la famille de
1) Zie blz. 174.
2) Zie I, blz. 144.
3) Zie IV, blz. 292.
4) No. 5518 a, b. Met een briefje van 13 Dec. bedankte hij voor de lofdichten, met een ander
van 18 Jan. 1657 (beide L.B.) zond hij een boek.
5) In 1658 zag te Hoorn het licht Het Boeck Iobs, Den Predicker, Spreucken en Hooghe-Liedt
Salomons, Midtsgaders de Klaegh-liederen Ieremiae. In Neder-duytsche Rijm na de Nieuwe
Oversettinge gestelt door Henrick Bruno .....
Den 7 den Dec. schreef Huygens het verlangde vers (vgl. Gedichten, VI, blz. 81).
6) De weduwe van Sir John Ogle († 1640) heette Elizabeth de Vries en was eene dochter van
Cornelis de Vries te Dordrecht. Zij had haren man tien kinderen geschonken.
7) In 1650 had de graaf aan Huygens eene ‘assignatie’ op de Kamer der W.-Indische Compagnie
te Dordrecht, om ƒ 1100 te betalen, doen toekomen. Misschien wordt hier op deze zaak
gedoeld.
8) Zie blz. 221.
Constantijn Huygens, Briefwisseling. Deel 5: 1649-1663