bekijk - digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren

5932. Lubieres en Sauzin. (H.A.)
485
‘Vous verrés par les papiers cy joincts le nouveau partaige qu'il y a eu dans le Bureau
sur le suject de la main levée, requise par Monsieur Blocard de tous les effects de
la ferme’. Wij wenschen in alles te gehoorzamen aan uwe bevelen, maar zouden
gaarne eene verklaring hebben van Z.H., ‘ou qu'elle est entierement payée des
arreirages et courant deus par le fermier jusques a ce jourdhuy, ou qu'elle est nantie
des deniers suffisans pour sa seurté, ou qu'elle se contente de leur foy’. D'Orange,
ce 7 e Octobre 1662.
5933. Prinses Amalia van Oranje. (H.A.)
Gij hebt den heer le Tellier goed geantwoord naar aanleiding van de klachten van
Beauregard. Daar zij uit Engeland komen, kan men gemakkelijk begrijpen, wie ook
daar een geheel verkeerden indruk vestigt. Het is goed, dat gij den heer le Tellier
een deel van mijn brief van den 14 den1) hebt laten zien. - Het verwondert mij, dat gij
er mij de schuld van geeft, dat wij niet sedert maanden meester zijn te Oranje, omdat
ik geen gebruik heb willen maken van de middelen, die de graaf van Dohna en gij
hebt aangeraden. Maar dat oordeel is onbillijk. Want dan zouden wij in de
voorwaarde, die de Koning stelt, hebben moeten toestemmen. En hij heeft zelfs een
eed gedaan, dat hij aan die voorwaarde zal vasthouden. De kopie van een brief van
den kanselier van Engeland aan mij 2) zend ik aan den graaf van Dohna. A la Haye,
ce 12 e Octob. 1662.
5934. Beatrix de Cusance. (B.M.)
Als gij niet slagen kunt met betrekking tot het ambt 3) , dan hebt gij er ten minste
moeite voor gedaan. Wat er ook met mij gebeure, ik zal altijd mijn besten,
beminnelijksten en geestigsten vriend dankbaar zijn. Als gij nog eens muziek hebt,
stuur die dan hierheen, waar S. t Victor 4) ze ten gehoore kan brengen. En zend ook
‘le jeux des blason dediez a mr. de Scavoy’. Besanson, 13 Oct. (1662) 5) .
5935. J. Sauzin. (H.A.)
De zaak met de nieuwe ‘fermiers’ is nog altijd niet in orde. Het Parlement is bijeen,
maar er is zooveel verwarring, ook door den heer de Lubieres, dat de commandeur
den kapitein der gardes met een brief gezonden heeft. Er zijn allerlei intrigues en
het is te vreezen, dat de commandeur met geweld zal
1) No. 5915.
2) Zie No. 5926.
3) Zie No. 5921 en 5929.
4) Hij wordt ook genoemd in No 5921 en 5929.
5) Huygens teekende op den brief aan: R. Paris, 23 Oct. 1662.
Constantijn Huygens, Briefwisseling. Deel 5: 1649-1663