bekijk - digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren

544
Sa Maj. té de se contenter de recommander son interest a la Tutele, qui aussi bien
luy a promis toute faveur, dont vous pouvéz rendre de tres-veritables tesmoignages.
Je vous prie de mettre tousjours peine a procurer que cette clause qui nous est si
nuisible, et sans exemple, puisse estre revoquée, car je ne sçaurois encore me
persuader que le Roy amateur de la justice soit bien informé de ceste affaire, ou
qu'il voulust disposer de la sorte du bien et des finances particulieres d'un Prince
qui n'est point son suject. C'est encore un jeune orphelin. Mais Dieu sera son
protecteur. A la Haye, ce 22 Mars 1663.
6051. Prinses Amalia van Oranje. (H.A.)
Wij hebben nu het besluit van den Koning gelezen; gij hebt goed gedaan door het
met uw brief aan den heer le Tellier terug te zenden 1) . En die brief is zooveel als
een protest. Als gij vindt, dat een brief van mij iets zal uitwerken, geef dan den hierbij
gaanden over, maar nu het bevel reeds naar Oranje is gezonden, zal er niet veel
aan te doen zijn. Gelukkig, dat de pachters nu hun beurs gaan openen. De baron
von Blumenthal heeft order gekregen gezamenlijk met u te handelen; hij moet er
nu geene andere zaken bijhalen, en er maar vast over spreken. Op den Engelschen
gezant kunnen wij moeilijk wachten. A la Haye, ce 22 e Mars 1663.
6052. J. Sauzin. (H.A.)
Ik heb de ordonnantie van den Koning over het betalen gezien. Maar uit de
rekeningen van de Beauregard is nauwelijks gewaar te worden, hoeveel hij nu
eigenlijk beweert, dat men hem schuldig is. Hij zal nu wel weer trachten de pachters
er te laten inloopen. Men vertelt, dat de Prinses Douariere de voogdij wil overgeven
aan de Staten-Generaal. Het spijt mij, dat ik op mijn brief aan haar een verkeerden
titel gebruikt heb. A Orange, ce 28 Mars 1663.
6053. Prinses Amalia van Oranje. (H.A.)
Wat treurig toch met die gevangenen te Avignon! Zij moeten geholpen worden, maar
het is het best, dat de pachters dat op hun naam doen, want wij zullen zoo worden
afgezet. De rekening van Sauzin is goedgekeurd; met die van Lubieres moeten wij
een middenweg inslaan, want hij doet zeker zijn verzoek om andere reden dan uit
geldgebrek. Men kan hem voorloopig 500 à 600 livres uitbetalen. Ik ben verwonderd
over den brief van den secretaris, dien
1) Zie No. 6038.
Constantijn Huygens, Briefwisseling. Deel 5: 1649-1663