bekijk - digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren

400
Kijk eens voor mij naar een mooien Franschen bijbel in folio ..... De la Haye, ce 22
de Febvr. 1662.
‘Je me souviens d'avoir ouy dire au S. r des Cartes que par le moyen de l'algebre,
il avoit acquis des cognoissanses particulieres, mais tout scavant qu'il y a esté, je
ne croy pas qu'il aye trouvé, qu'il aye pu servir à ce de quoy nostre longue eschevin 1)
se vante, car il est certain que ce n'est que la foiblesse d'un gouvernement populaire
qui le faict reussir en ces hardies entreprises, et point du tout son addresse ou sa
science, car en la constitution où nous sommes, et estant en la principale charge
comme il est, il n'est que d'oser, car vos partisans peuvent tousjours arrester ceux
qui vous voudroient trop rembarrer ou pousser, d'aultant que c'est le vray temps,
auquel on peult dire Gaudeant possidentes.’ Ik hoor, dat Mevrouw de Persil van
nacht gestorven is 2) , en de heer Vane 3) schrijft mij uit Londen, dat de Koningin van
Bohemen gevaarlijk ziek is 4) . Wilt ge mij twee kleine tangetjes zenden, om er
baardharen mee uit te trekken 5) ?
5767. Aan den raad van den prins. (H.A.)
Neffens mijnen laesten van den 16 en deser 6) sullen UE. ontfangen hebben copie
van de stucken, die mij tot dier tijd toe door den griffier Sauzin waeren toegesonden 7) .
Des anderen daeghs naer die depesche ontfing ick van denselven dit groote pacquet
in originali hierneffens gaende, inhoudende onder anderen copijen van Beauregards
soo geslotene als ongeslotene rekeningen, alsoo men in Orange copijen den naem
van Extraicts is gevende. In deselve sullen UE. wonderlicke posten vinden, die al
tot laste van onsen onschuldigen Heere ende Meester werden gebracht. Daerop
dan eenmael naer desen sal konnen gelett ende geresolveert werden, mits dat S.
Hooch. t alvoren in de possessie ende het bewint van syn eigen goet herstelt zij.
Soo langhe, dunckt mij, dat wij niet beter en konnen doen dan alles over te nemen
ende te swijgen. Haere Ho. t en heb ick met soo grooten menighte van papieren niet
derven overvallen. Een' sommiere kennisse van alles sal sij bij UE. rapporten ende
informatien konnen bekomen; daertoe ick mij gedraghe, om voorts geinstrueert
ende gelast te werden, naer men sal bevinden te behooren. Aen haere Ho. t selver
send ick een extract van mijn verbal, inhoudende de conferentie deser dagen
voorgevallen tuschen le S. r de Porteclaire-Saunier ende mij. UE. sullen dienen
kennisse daervan te nemen, also men sal moeten resolveren, wat men hem, hetzij
door mij oft anderssins, sal dienen te bevelen aengaende dit niewe,
1) Jan de Witt.
2) Anna van Berchem, de weduwe van den ritmeester Jhr. Johan Hesse, heer van Piershil en
Wena († 1638).
3) Misschien Walter Vane, die in 1648 luitenant-kolonel in Hollandschen dienst was geworden;
zie III, blz. 220.
4) Zij is den 23 sten Februari te Londen gestorven.
5) Dit postscriptum staat op een afzonderlijk blad, maar zal wel bij dezen brief hooren; zie de
vorige noot.
6) No. 5764.
7) Zie No. 5762.
Constantijn Huygens, Briefwisseling. Deel 5: 1649-1663