27.09.2013 Views

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

opzieners - er waren er een negental - van wie de activiteiten overeenkwamen<br />

met die van de schoolopzieners van het lager onderwijs en voortgezet lager<br />

onderwijs. Zij maakten verslagen van hun schoolbezoek die ingeleverd moes-<br />

ten worden bij de plaatselijke joodse onderwijscommissie (Janssen 1977, 41).<br />

Sedert 1837 fungeerde er een inspecteur voor het joodse onderwijs in<br />

Nederland, te weten S.I. Mulder (Erdtsieck 1995, 77). Zijn jaarlijkse rapporten<br />

waren gebaseerd op de informatie die de joodse onderwijscommissies hem<br />

toezonden. Deze informatie vulde inspecteur voor het joodse onderwijs<br />

Mulder aan met gegevens van zijn eigen schoolbezoeken aan de joodse<br />

onderwijsinstituten. Ook de districtsschoolopziener voor het lager en voortge-<br />

zet lager onderwijs bezocht de joodse scholen, als er tenminste aan deze<br />

onderwijsinstituten onderwijs gegeven werd in de zogenoemde maatschappe-<br />

lijke vakken. In 1809 was gestipuleerd dat "de Israelitische scholen en onder-<br />

wijzers" wat de maatschappelijke vakken betreft "op gelijken voet" "gebragt<br />

en behandeld" moesten worden "als alle de overige lagere scholen en onder-<br />

wijzers, in dit rijk gevestigd" (ARSF 4). De rabbijn-inspecteurs hielden toezicht<br />

op het joodse godsdienstonderwijs. Ook zij waren, evenals de districts-<br />

schoolopzieners, overwegend intern-inhoudelijk op het onderwijs gericht.<br />

Deze gerichtheid leidde er in 1816 toe dat onder meer de onderwijscommissie<br />

van de joodse gemeenschap te Zwolle overleg pleegde met de Overijsselse<br />

commissie van onderwijs over verandering en verbetering van het Israelitische<br />

onderwijs (ARSO 383). Alhoewel daaromtrent geen informatie beschikbaar<br />

bleek, mag verondersteld worden dat ook elders een dergelijk contact tot<br />

stand kwam.<br />

3.3.6 De positie van districtsschoolopzieners<br />

De schoolopzieners van de provinciale commissies van onderwijs werden<br />

niet benoemd op grond van hun deskundigheid in het onderwijs. Voor de<br />

schoolopzieners was hun maatschappelijke positie doorslaggevend. Zij werden<br />

gevraagd om de functie van districtsschoolopziener te vervullen naast hun<br />

maatschappelijke betrekking. De districtsschoolopzieners hadden een dubbel-<br />

functie. Verder dienden ze te behoren tot de middengroeperingen van de<br />

Nederlandse samenleving. Het ging, <strong>naar</strong> een mededeling van hoofdinspecteur<br />

Van den Ende in 1823, om "personen van invloed en algemeener betrekkin-<br />

gen", zij het dat daardoor "het schoolopzigt meer in handen" was "van<br />

120

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!