27.09.2013 Views

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

slag van de godsdienstig-zedelijke vorming van leerlingen in het gedrag en de<br />

handelingen van de onderwijsgevenden veronderstelde, zoals in die dagen aan<br />

aanstaande onderwijzers geleerd werd, en niet in hun uiteenzettingen.<br />

Schoolopziener Hemkes onderwees in zijn "Handleiding voor kweekelingen,<br />

aankomende en jeugdige onderwijzers en onderwijzeressen" dat het voorbeeld<br />

van de onderwijzer veel invloed op de deugdzame vorming van leerlingen had.<br />

De onderwijsgevende diende "een braaf man" te zijn met een "echt godsdien-<br />

stige denkwijze", waarvan de "daden" geleid werden door "regtschapenheid<br />

en deugd". Alle "vakken van onderwijs zal hij dienstbaar" maken aan de vor-<br />

ming tot christelijke en maatschappelijke deugden, "dewijl zijne gemoedsstem-<br />

ming daarvoor waarborg levert" (Hemkes 1862, 210). De onderwijzer was<br />

identificatiefiguur, geen verkondiger van een christelijke levensbeschouwing.<br />

Het was overigens slechts een kleine, maar politiek belangrijke groep die<br />

een dogmatische benadering van het onderwijs voorstond en zich bezighield<br />

met het karakter van de openbare school. In 1848 hadden de confessionele<br />

groeperingen hun vrijheid van onderwijs verkregen. Zonder toestemming te<br />

vragen aan gemeentelijke of provinciale besturen konden ze scholen - bijzon-<br />

dere scholen - oprichten. Voor het laatstgenoemde jaar was het onmogelijk<br />

zonder toestemming van het gemeentebestuur - zonder "autorisatie" (Hoorn<br />

1907, 305) - confessionele scholen op te richten. Vooralsnog bleef de vrijheid<br />

van onderwijs van 1848 echter vrijwel zonder betekenis. In 1860 ging nog<br />

slechts 8% van de leerlingen <strong>naar</strong> een bijzondere confessionele school (tabel<br />

4.4). De afdeling onderwijs van het ministerie van binnenlandse zaken kon dan<br />

ook haar minister schrijven, dat, "<strong>naar</strong> het schijnt", "de volksschool niet zoo<br />

godsdienstloos wordt beschouwd door het groote publiek als de H. Groen c.s.<br />

het willen doen voorkomen" (ARCT 356). De Nederlandse bevolking had<br />

genoeg aan een algemeen-christelijke openbare school. De confessionele<br />

onderwijsinstituten waren "niet", aldus de Noord-Hollandse inspecteur A.<br />

Beeloo in zijn jaarverslag over 1864, "in den geest van het grooter deel des<br />

volks" (ABiZd 524, 17).<br />

Ondanks de onverschilligheid van het Nederlandse volk zetten de voor-<br />

standers van de confessionele school hun strijd tegen het karakter van de open-<br />

bare school voort. Dit onderwijsinstituut moest, <strong>naar</strong> hun opvatting, vervangen<br />

worden door een dogmatisch-christelijke school. Er was vooral verzet tegen een<br />

openbare school waar gebeden werd, bijbelverhalen werden verteld en psalmen<br />

264

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!