27.09.2013 Views

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

uitengewoon onderwijs voorbij is gegaan" (APZH 17086). Ook bij het onder-<br />

wijzende personeel van het lo verliep het opstellen van een leerplan verre van<br />

probleemloos. Inspecteur Hobma sprak in 1979 van "een bron van voortduren-<br />

de zorg" (AOeWd 117.23.37.114). Zijn collega P.W. Mole<strong>naar</strong> signaleerde in<br />

1982 zelfs "matheid ten opzichte van de schoolwerkplanontwikkeling". Volgens<br />

inspecteur C. Kohlenberg boden de onderwijsgevenden in het leerplan en<br />

schoolwerkplan "uitvoerige beschouwingen" aan met "allerlei filosofieen, hele<br />

leergangen, methodes" en "stencils van cursussen", maar een schoolwerkplan<br />

als een "beschrijving van de eigen schoolwerkelijkheid" (AHKL 24, 1983, 9) ont-<br />

brak. Inspecteur Hobma vond dat onaanvaardbaar. Er moest "op worden toege-<br />

zien", dat het schoolwerkplan "overeenkomstig de realiteit is" (AOeWd<br />

117.23.37.114), schreef hij in zijn verslag over het jaar 1979. Hij prees zich in dit<br />

verband gelukkig dat een van de medewerkers van de schooladviesdienst bereid<br />

was - samen met hem - een conceptraamleerplan op te stellen. Ook in de<br />

inspectie Oosterhout bleek bij het onderwijzende personeel van het lo de neiging<br />

te bestaan bij het opstellen van het schoolwerkplan de hulp in te roepen van de<br />

systeembegeleider van een regionale schooladviesdienst. Deze assistentie van<br />

een medewerker van deze schooladviesdienst bood hier echter geen soelaas.<br />

Inspecteur Mole<strong>naar</strong> deed de ervaring op, dat bedoelde medewerker niet in<br />

staat was met het onderwijzende personeel een schoolwerkplan op te stellen. De<br />

hulp van een dergelijke dienst leidde tot "teleurstelling" (AHKL 11, 1982, 9),<br />

noteerde inspecteur Kohlenberg schrijvend over het opstellen van een school-<br />

werkplan met assistentie van een medewerker van de schoolbegeleidingsdienst<br />

in zijn inspectiegebied. Inspecteur Mole<strong>naar</strong> vreesde in 1982 overigens "dat het<br />

lot van het schoolwerkplan dat van het oude leerplan wordt: het verdwijnt in de<br />

kast, waar het gedurende een aantal jaren blijft staan, om het er slechts eens in<br />

de twee jaren uit te halen teneinde het de inspecteur toe te sturen" (AHKL 11,<br />

1982, 8 e.v.). De vrees van inspecteur Mole<strong>naar</strong> was in 1977 al gesignaleerd<br />

door inspecteur E. Burger die berichtte dat de "belangstelling onder onder-<br />

wijsgevenden voor het leerplan" niet groot bleek; een "deel der leerkrachten<br />

nam het voor kennisgeving aan en stopte het vervolgens in de kast. <strong>Een</strong> ander<br />

deel zette het tussen de andere boeken. Verder zijn er leerkrachten, die het leer-<br />

plan doornamen en het al of niet zuchtend terzijde legden met de vraag "Wat<br />

doe ik ermee"" (APZH 16990, 25 februari 1977, 7).<br />

Nieuw waren deze opmerkingen niet. In 1938 berichtte inspecteur P.<br />

661

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!