27.09.2013 Views

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

werkten onafhankelijk van elkaar, waarbij verschillen opgemerkt konden worden<br />

in de taakopvatting en de uitvoering van de inspectietaken. De rijksschool-<br />

toezichthouders stelden zich zelfs ten opzichte van elkaar binnen hun sector<br />

onafhankelijk op (ARIKU, De inspectie van het onderwijs 1987, 3). De<br />

inspectorale werkzaamheden van de rijksschooltoezichthouders moesten<br />

opnieuw doordacht worden. Dat was niet alleen noodzakelijk op grond van de<br />

interne factor van de structuurwijzigingen van het Nederlandse schoolsysteem,<br />

maar ook door de externe factor van de maatschappelijke veranderingen. De<br />

werkzaamheden van het rijksschooltoezicht ten opzichte van het onderwijsveld<br />

werden nauwelijks nog passend genoemd. De landelijke overheid had besloten<br />

in bestuurlijke zin, zoals reeds werd aangegeven, tegenover de school een ande-<br />

re positie in te nemen. Sedert 1984 waren de scholen verantwoordelijk voor hun<br />

onderwijsleerproces. De landelijke overheid trad terug. De onderwijsinstituten<br />

waren aansprakelijk voor "de inhoud en dus ook voor de kwaliteit van het<br />

onderwijs" (RPTr 1990, 12). De betekenis van de inspectie nam toe bij de zoge-<br />

noemde autonomievergroting van de onderwijsinstellingen. De rijks-<br />

schooltoezichthouders moesten toezicht houden op de kwaliteit van het onder-<br />

wijs van zelfstandige onderwijsinstituten. Plaatsvervangend inspecteur-generaal<br />

Liket had in 1986 al genoteerd dat het "kenmerk van de autonomie" van scho-<br />

len was, "dat degeen die autonoom kan handelen, bereid is zich te onderwerpen<br />

aan een openbare beoordeling van datgene wat men in autonomie verricht"<br />

(ARIKU, Toezicht op het hoger onderwijs nieuwe stijl, 1986).<br />

Zowel de interne factor als de externe factor vereiste een eenheid van het<br />

rijksschooltoezicht. Vanaf het einde van de negentiende eeuw trad - sedert de<br />

benoeming van onderwijzers en leraren met een grote en intensieve<br />

onderwijservaring - het rijksschooltoezicht op als een organisatie van professio-<br />

nals. Inspecteurs waren in zekere mate solistisch werkende functionarissen, die<br />

ieder hun specifieke informatie inbrachten, met name vakkennis en over-<br />

drachtservaring. De leiding van het rijksschooltoezicht wilde evenwel van de<br />

inspectie als een organisatie van professionals een professionele organisatie<br />

maken. Deze schijnbare woordspeling hield in dat het rijksschooltoezicht als een<br />

geheel van individuele inspecteurs omgezet moest worden <strong>naar</strong> een onderwijsin-<br />

spectie als collectiviteit van rijksschooltoezichthouders. Het werd wenselijk geacht<br />

zich als verzelfstandigde organisatie te kenmerken door een gemeenschappelijke<br />

visie. Ook de inspectorale werkzaamheden dienden geuniformeerd te worden.<br />

651

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!