27.09.2013 Views

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

werken" mocht niet ten koste gaan van de theoretische doordenking van het<br />

vak. Evenals de uloschool was ook de school voor mo, zo werd in 1958 in het<br />

onderwijsverslag van dat jaar bericht, "nog lang geen ecole active". Nog<br />

"altijd zijn de meeste lessen zit-luisterlessen". "De lessen in de zaakvakken<br />

bestaan doorgaans uit een overhoor- en een vertelgedeelte, waarbij de<br />

zelfwerkzaamheid van de leerling verre te zoeken is" (OV 1958, 183), het-<br />

geen door de onderwijsinspectie in toenemende mate betreurd werd. De<br />

belangstelling voor opvoedingsaspecten nam onder de rijksinspecteurs toe.<br />

5.5.2 De onderwijskundig-didactische inbreng<br />

van inspecteurs en schoolopzieners<br />

De leden van het rijksschooltoezicht die sedert 1920 benoemd werden,<br />

hadden vrijwel alien een onderwijsachtergond. Ze waren of onderwijzer of leraar<br />

geweest. Door het onderwijsveld werd ook verwacht dat de rijksschooltoezicht-<br />

houders het onderwijs uit eigen ervaring kenden. Het onderwijzende personeel<br />

wilde, <strong>naar</strong> het oordeel van de hoofdinspecteur van het lager onderwijs Welling,<br />

gecontroleerd, beoordeeld en geleid worden door vakgenoten (Welling 1939, 58<br />

e.v.). Van hen werd inzicht verwacht in het onderwijsleerproces, in de intenties<br />

die met onderwijs bereikt konden worden, de middelen die ingezet moesten<br />

worden om goede resultaten te bereiken en de prestaties die van leerlingen ver-<br />

wacht mochten worden. Het onderwijzende personeel wilde inspecteurs waar-<br />

mee zij hun werkzaamheden konden bespreken. Onderwijsgevenden wilden een<br />

technische man, zoals minister Kappeyne van de Coppello hem in 1878 gekwali-<br />

ficeerd had. Zij meenden dat alleen een inspecteur of een schoolopziener die de<br />

school en de klas kende, blijk kon geven van zijn inzicht. De onderwijsinspecteur<br />

had ook de plicht onderwijzers en leraren - zijn oud-collega's - te informeren<br />

over zijn ervaringen en opvattingen.<br />

Aan het verlangen onderwijsgevenden te benoemen, kwam de landelijke<br />

overheid na 1920 ruimschoots tegemoet. Bewaarschooljuffrouwen en later<br />

kleuterleidsters, zoals mevrouw HJ. Glasz en mevrouw G. Grolle kwamen in<br />

aanmerking benoemd te worden tot rijksschooltoezichthoudsters van het<br />

bewaarschoolonderwijs en het kleuteronderwijs. Onderwijzers, zoals J. Turkstra<br />

en J.C.F. de Vries, werden inspecteur bij het lager onderwijs. Leraren met erva-<br />

ring bij het middelbaar onderwijs, zoals M. van de Weijst en W. van den Ent,<br />

solliciteerden met succes <strong>naar</strong> de functie van inspecteur bij het middelbaar<br />

458

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!