27.09.2013 Views

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

voor de jongens. De tweede opgave bleek te moeilijk te zijn voor de leerlingen,<br />

13,6 % van de meisjes behaalden een voldoende en 18,3% van de jongens.<br />

Het gemiddelde was 16%. De derde opgave behaalde de scores van 34,9%<br />

met als onderverdeling 30,2% voor meisjes en 39,2% voor jongens. Voor de<br />

vierde opgave konden achtereenvolgens genoteerd worden 3,6% voor de<br />

meisjes, 7,4% voor de jongens en 5,6% voor hen gezamenlijk. <strong>Een</strong> foutenana-<br />

lyse bracht aan het licht dat het begrip "verschil" tussen twee vermenigvuldi-<br />

gingen bij de eerste opgave niet begrepen werd. Ook het begrip en het<br />

gebruik van breuken in de tweede opgave lieten te wensen over. (Jit de derde<br />

opgave werd afgeleid dat meer "dan de helft van de kinderen" "struikelt over<br />

niet kunnen lezen". De begrippen "lengte" en "breedte" die afhankelijk van<br />

de opgave tot de begrippen "omtrek" en "oppervlakte" leidden, werden niet<br />

begrepen, althans niet goed gebruikt. De inspecteurs concludeerden dat de<br />

"kennis van het metriekstelsel" te wensen overliet. Met betrekking tot het<br />

laatste opgave merkte het Noordelijke rijksschooltoezicht op, dat "de procent-<br />

rekening" "onoverkomelijke moeilijkheden" (OV 1937, 410 e.v.) gaf. Duidelijk<br />

werd in elk geval dat taal een belangrijke functie vervulde bij het rekenen. Van<br />

Gelder sprak in dit verband over het gebruik van "een systeem van fonetische<br />

symbolen" dat "van fundamentele betekenis" was "voor het ingroeien in de<br />

sfeer der kwantatieve aanduidingen" (Gelder 1959, 5).<br />

Om de overgang van de lagere school <strong>naar</strong> een school voor het voortge-<br />

zet onderwijs niet te groot te maken werd sedert de jaren dertig van de twin-<br />

tigste eeuw bij de opzet van een aantal leerboekjes voor het voortgezet onder-<br />

wijs rekening gehouden met het niveau van de lagere-schoolleerlingen.<br />

Gemeentelijke inspecteur van het onderwijs Chr. Boermeester schreef in 1959<br />

met de leraar wiskunde B. Burger de methode "Van a tot z: van rekenen <strong>naar</strong><br />

algebra", waarbij gepoogd werd "uit te gaan van bepaalde rekenkundige ken-<br />

nis, die de leerling op de uloschool meebrengt". Het eerste deel van vijf "geeft<br />

de overgang van het rekenonderwijs op de lagere school <strong>naar</strong> het algebra-<br />

onderwijs op de ulo-school". In de zogenoemde orienterende fase werd<br />

behoedzaam de introductie <strong>naar</strong> algebra gemaakt:<br />

We hebben in de vorige lessen al gezien, dat we een onbekend aantal appels,<br />

peren, centen, enz. meestal x noemen.<br />

Laten we eens veronderstellen, dat Jan x appels heeft. We zeggen dan: Stel:<br />

Jan heeft x appels.<br />

584

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!