27.09.2013 Views

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

school nog een twee- tot drietal jaren aan een universiteit te laten studeren,<br />

teneinde het gewenste ontwikkelingsniveau ten behoeve van een adequate<br />

functievervulling te bereiken.<br />

Sedert de twaalfde eeuw werden bekwame student-kanunniken <strong>naar</strong><br />

hooggekwalificeerde kapittelscholen - kathedraalscholen (Brown 1975, 105<br />

e.v.) - en universitaire instituten gestuurd. Na een succesvolle studie aan deze<br />

vormen van onderwijs mochten de hierbedoelde kanunniken zich beschouwen<br />

als religieuze geleerden, zoals in de dertiende eeuw de Nederlanders Emo en<br />

Menko, geestelijken die in Parijs gestudeerd hadden (Romein e.a. 1949, 191).<br />

Studenten die in aanmerking kwamen elders hun opleiding te continueren, te<br />

vervolmaken en te voltooien, werden door de scholasticus-onderwijsopzieners<br />

aan het kapittel voorgedragen. Na toestemming gingen de uitverkoren studen-<br />

ten te voet - "per pedes apostolorum" - op weg om zich aan andere onder-<br />

wijsinstituten - met name te Bologna, Cambridge, Montpellier, Oxford, Parijs<br />

of Salerno - te laten onderrichten (Schoengen 1911/1915, 214). Kanunniken<br />

studeerden filosofie en medicijnen, rechten of theologie. Als jonge geleerden -<br />

en niet slechts in kerkelijke aangelegenheden - kwamen zij terug. Het waren<br />

echter slechts enkelen. Ze konden de intellectuele achterstand die de kapittel-<br />

scholen inmiddels opgelopen hadden, niet ongedaan maken.<br />

Ook in de wereld van het klooster kon een soortgelijke ontwikkeling<br />

geconstateerd worden, zij het op een ander niveau. Kloosterscholen verwaar-<br />

loosden hun opdracht. De leesvaardigheid met name werd uiteindelijk niet<br />

door alle monniken in voldoende mate beheerst. De "wereldverachting" werd<br />

soms zover doorgedreven, dat monniken slecht lezen en schrijven als een ver-<br />

dienste beschouwden (Schoengen 1911, 67). In kloosters konden nog lang<br />

analfabeten aangetroffen worden (Mostert 1995, 98), terwiji het percentage<br />

van de leesvaardigheid in de Europese samenleving van ongeveer 1 % tot 2%<br />

in het jaar 1000 inmiddels gestegen was tot ongeveer 5% in 1400 (Houston<br />

1995, 150) en tot om en nabij 35% in 1600 (Boonstra 1993, 16 e.v.). In dit<br />

verband kon analfabetisme onder geestelijken een opvallend en afkeurens-<br />

waardig verschijnsel genoemd worden. Ook van monniken werd verwacht, dat<br />

ze de techniek van het lezen beheersten en met begrip de inhoud van een<br />

tekst tot zich konden nemen. Sommige kloosterorden gingen er in de late mid-<br />

deleeuwen dan ook toe over slechts leerling-monniken op te nemen die aan<br />

stadsscholen een opleiding in het Latijn genoten hadden (Lansink 1967, 40).<br />

36

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!