27.09.2013 Views

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

verzelfstandigde commissies voor schooltoezicht om - soms wel eens per<br />

maand - hun onderwijs te laten controleren. Terecht heeft de onderwijscommis-<br />

sie uit de Eerste Kamer der Staten-Generaal in haar rapport van 1800 opge-<br />

merkt dat schoolbezoek een van de "inrichtingen" was, die haar "als zeer nut-<br />

tig" (Hoorn 1907, 80) voorkwam. Ook de Drentse commissie van onderwijs<br />

was in 1837 die mening toegedaan. In haar jaarlijkse onderwijsoverzicht over<br />

1836 schreef de commissie: "Is de werkkring van eenen schoolopziener vooral<br />

daarom zoo belangrijk, omdat hij het goede, hetwelk hij niet in boeken gelezen<br />

of uit eene ideale wereld opgevangen, maar werkelijk in eene school van zijn<br />

district in beoefening heeft leeren kennen" (ARSGnb 30).<br />

In de periode van 1801 tot 1857 zagen de schoolopzieners schoolbezoek<br />

als hun voornaamste opdracht. Ze bezochten openbare scholen en bijzondere<br />

scholen van de tweede klasse. ledere schoolopziener had ongeveer vieren-<br />

dertig onderwijsinstituten te bezoeken met ongeveer honderdvijftien leerlingen<br />

per school. Over bijzondere scholen van de eerste klasse zou de districts-<br />

schoolopziener gemformeerd worden door het bestuur van deze onderwijsin-<br />

stituten. Hierbij ging het om ongeveer twee scholen per schoolopziener. <strong>Een</strong><br />

uitzondering vormde het joodse onderwijs waarvan slechts het zogenoemde<br />

maatschappelijke onderwijs door de reguliere schoolopzieners gemspecteerd<br />

werd. Het andere deel van het joodse onderwijs werd, zoals eerder werd opge-<br />

merkt, overgelaten aan de rabbijn-schoolopziener. Tegenover het per school-<br />

opziener beperkte toezicht op lagere scholen, Franse onderwijsinstituten voor<br />

voortgezet lager onderwijs en joodse scholen voor maatschappelijk-gods-<br />

dienstig onderwijs stond het - wat aantal onderwijsinstituten betreft -<br />

omvangrijkere schooltoezicht van de Latijnse scholen. Deze onderwijsinstituten<br />

- het waren er ruim 60 - moesten het doen met een inspecteur-schoolopziener.<br />

De verschillen tussen beide soorten schoolopziener lagen niet alleen in het<br />

aantal scholen dat iedere schoolopziener diende te bezoeken, maar vooral in<br />

het aantal leerlingen. De Latijnse scholen hadden gemiddeld per school slechts<br />

twintig tot vijfentwintig leerlingen.<br />

De veelheid van activiteiten van schooltoezicht had de Friese school-<br />

opziener B. van Weemen er in 1802 toe gebracht een overzicht van observatie-<br />

categorieen - "pointen van onderzoek" - voor het bezoek aan scholen voor<br />

lager onderwijs en voortgezet lager onderwijs op te stellen. Voor het bezoek<br />

van Latijnse scholen kon een dergelijk overzicht niet worden aangetroffen.<br />

Waarschijnlijk werden echter de observatiecategorieen ook voor de visitaties<br />

150

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!