27.09.2013 Views

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

gezagsdragers van gemeenten. De aanvankelijk slechte betrekking met de pro-<br />

vincies (Giezen 1937, 101 e.v.) was van bestuurlijk-formele aard en werd door<br />

de landelijke overheid na enkele jaren opgelost. Het provinciale bestuur werd<br />

zelfs de mogelijkheid geboden op enigerlei wijze, te weten door middel van<br />

het voorzitterschap, te participeren in de werkzaamheden van deze provinciale<br />

onderwijscommissie, een mogelijkheid waarvan overigens niet of nauwelijks<br />

gebruik gemaakt werd. De relatie met de gemeenten had betrekking op de<br />

bouw van scholen en daartoe waren de plaatselijke besturen niet in staat of<br />

bereid. "Pogingen", zo noteerde schoolopziener Wertz in 1802, "aangewend<br />

tot verkrijging van verbeteringen in gebrekkige schoolvertrekken, zijn niet ten<br />

voile geslaagd" (ARSNh 15). De gemeentebesturen bleken in vele gevallen<br />

niet bereid gelden te spenderen aan scholenbouw. De provinciale onder-<br />

wijscommissie van Noord-Holland sprak in haar onderwijsverslag van 1802<br />

zelfs over "nalatigheid der municipaliteiten". Naar haar mening was "het<br />

noodig" "dat de municipaliteiten, van hooger hand, nadruklijk worden aange-<br />

maand en opgewekt tot eene getrouwe medewerking, zonder welke men geen<br />

behoorlijke verbetering kan verwagten" (ARSNh 29). Schoolopziener Adrian!<br />

klaagde in 1804 in dit verband over "zwakke, trage of heerschzugtige<br />

gemeentebesturen" (ARSF 10a). Het belemmerde niet alleen de herbouw van<br />

scholen en de eventuele herinrichting ervan, ook de verandering en verbete-<br />

ring van het onderwijs werd door gemeentebesturen belemmerd.<br />

De relatie met de landelijke overheid was er een van distantie. Slechts op<br />

vijf jaarlijkse bijeenkomsten aan het begin van de negentiende eeuw was er<br />

een ontmoeting geweest met de agent van nationale opvoeding. Toen kreeg<br />

de dienstbaarheid van het rijksschooltoezicht gestalte. Voor het overige had-<br />

den de schoolopzieners schriftelijk contact met de landelijke overheid en dan<br />

nog slechts langs de weg van correspondentie van het departementaal school-<br />

bestuur - de provinciale commissie van onderwijs - met de inspecteur van het<br />

lager en voortgezet lager onderwijs. De schoolopzieners controleerden en eva-<br />

lueerden de uitvoering van de voorschriften door de onderwijsgevenden. Uit<br />

schriftelijke mededelingen wisten ze wat de landelijke overheid met de school<br />

voor had. De uitverkiezing tot schoolopziener behoefde de goedkeuring van<br />

de landelijke overheid. De kandidaten werden in genoemde functie aangesteld<br />

waarbij nagegaan werd in hoeverre zij soortgelijke denkbeelden over de veran-<br />

dering en verbetering van het onderwijs hadden als de landelijke overheid.<br />

228

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!