27.09.2013 Views

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

doen dan prudent op te treden. Van macht als "veruiterlijking in ambtelijke<br />

vormen" kon geen sprake zijn. De inspecteurs moesten het hebben van gezag,<br />

dat in beginsel een persoonlijke relatie veronderstelde. Met hun gezag als<br />

onderwijsdeskundige konden zij invloed laten gelden. Dat was mogelijk,<br />

omdat "aan alle gezag" "een identificatie ten grondslag" (Langeveld 1945, 37<br />

e.v.) lag, zoals bleek uit schoolbezoekverslagen van inspecteur Hadderingh. In<br />

1972 signaleerde hij bij klassenbezoek aan een pedagogische academic een<br />

"jonge, door de maatschappijkritische opvattingen sterk bemvloede leraar".<br />

Inspecteur Hadderingh waardeerde hem. De leraar "wil aan allerlei thema's de<br />

veranderlijkheid van de hedendaagse maatschappij laten zien", waarbij een<br />

geschiedenis van "grote mannen" geen rol mocht spelen. De leraar meende<br />

"dat zijn leerlingen later zelf wel les zullen kunnen geven als ze de nieuwe<br />

denkbeelden maar bewust veroverd hebben". Inspecteur Hadderingh vreesde<br />

dat de leraar zou falen. "Hij geeft ze een visie mee, maar onvoldoende materi-<br />

aal", dat "in de moderne methodiek" nu eenmaal niet gevonden kon worden.<br />

Maatschappelijke ontwikkelingen waren veelal de geschiedenis van grote man-<br />

nen. ""U staat voor een gigantische taak; deserteert u niet" waren mijn af-<br />

scheidwoorden", schreef inspecteur Hadderingh, om zijn verslag te besluiten<br />

met de woorden: "Toch weldadig, een dergelijk geloof gecombineerd met een<br />

sterk gevoel voor relativiteit en onmacht" (AOeWf 153.07.03, 13 januari<br />

1972). Inspecteur Hadderingh kon echter slechts noteren wat hij aantrof. Als<br />

de docent binnen de grenzen van goed onderwijs bleef, had de inspecteur<br />

geen andere mogelijkheden dan de docent te adviseren zijn onderwijskundig-<br />

didactische keuze ook eens vanuit een ander gezichtspunt te bekijken. <strong>Een</strong><br />

dergelijk advies was evenwel slechts mogelijk als de inspecteur begrip kon<br />

opbrengen voor het optreden van de onderwijsgevende. Inspecteur Hadde-<br />

ringh identificeerde zich met de leraar. Inspecteur H. Zurlohe merkte in 1999 in<br />

dit verband op, dat de aantrekkelijkheid van de functie van inspecteur juist<br />

werd bepaald "door het persoonlijk contact" (INT 1999.19.3, 10). In dergelijke<br />

individuele relaties van wederzijdse waardering was voor sancties geen plaats,<br />

meende inspecteur Zurlohe. De op 1 mei 2001 in functie getreden inspecteur-<br />

generaal mevrouw C. Kervezee sprak over een "sociale infrastructuur". Voor<br />

haar was het belangrijk "dat inspecteurs respect en waardering tonen voor<br />

onderwijsgevenden" (INT 2001.5.4, 2). Op basis van een gewaardeerd gezag<br />

en een geaccepteerde betrokkenheid kon het rijksschooltoezicht een juiste<br />

658

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!