27.09.2013 Views

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

wijs van 1876 "het doodvonnis" werd "uitgesproken over verscheidene inrich-<br />

tingen, die tot heden leerlingen voor hooger onderwijs voorbereidden" (ABiZf<br />

424). <strong>Een</strong>mansscholen met de rector als enige decent konden zich niet meer<br />

handhaven. Er moest naast de klassieke vakken tevens onderwijs in moderne<br />

talen gegeven worden en mathematisch-natuurwetenschappelijke onderdelen.<br />

Daartoe was een enkele leraar niet in staat. De kleine Latijnse school moest ver-<br />

vangen worden door een omvangrijker gymnasium.<br />

Het gymnasium bestond aanvankelijk uit twee vormen van onderwijs, te<br />

weten een zesjarig gymnasium dat garant stond voor een klassieke voorbe-<br />

reiding op een academische opleiding, en een vierjarig progymnasium dat een<br />

beperkt klassieke opleiding kende. Het progymnasium gaf toelating tot de<br />

laatste klassen van het gymnasium. Deze vorm van gymnasiaal onderwijs was,<br />

hoewel voor kleine gemeenten onmisbaar geacht, van geringe betekenis. Het<br />

was eindonderwijs, dat geen toelating kende tot academisch onderwijs. Als het<br />

enigszins - financieel - mogelijk was, werd een progymnasium door het<br />

gemeentebestuur omgezet in een gymnasium, zoals het in 1881 voor de eerste<br />

maal het geval was met het progymnasium te Amersfoort (ABiZf 427). Andere<br />

steden deden hetzelfde. In 1895 kende het Nederlandse schoolsysteem slechts<br />

zesjarige gymnasia (OV 1880 e.v./tabel 4.11). De vierjarige progymnasia waren<br />

tegen het einde van de negentiende eeuw alle omgezet in zesjarige gymnasia. Aan<br />

het begin van de twintigste eeuw kwamen de progymnasia bij rooms-katholieke<br />

stichtingen evenwel weer terug. Ze bereidden voor op de priesteropleiding.<br />

Bij het onderwijsdoel van de gymnasia ging het niet alleen om kennis van de<br />

grammatica van Latijn en Grieks en de beheersing en het gebruik ervan in vertalin-<br />

gen, maar tevens - en bovenal - om algemene vorming op basis van klassiek onder-<br />

wijs. Inspecteur CJ. Eggink merkte in 1898 daarover op, dat een "klassieke oplei-<br />

ding" "nog iets anders betekent dan kennis der oude talen". Hij zocht <strong>naar</strong> een<br />

rechtvaardiging voor het elitaire karakter van deze vorm van hoger onderwijs en<br />

vond die in de uitspraak dat een klassieke opleiding betekende "zich door middel<br />

van die talen eenigszins inwerken en indenken in het geestesleven van twee der<br />

hoogst begaafde en hoogst ontwikkelde cultuurvolken, wier beschaving van beslis-<br />

sende invloed is geweest op de ontwikkeling der onze". Door de klassieke opleiding<br />

werd, <strong>naar</strong> het inzicht van inspecteur Eggink, "den historischen zin" ontwikkeld,<br />

"een onmisbaar vereischte en voor den toekomstigen man van wetenschap en voor<br />

den toekomstigen staatsman en in J t algemeen voor den hoog ontwikkelde" (ABiZf<br />

332

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!