27.09.2013 Views

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

3.4.5 Latijnse scholen<br />

De Latijnse school was een eerbiedwaardig onderwijsinstituut. Het kon<br />

bogen op een lange geschiedenis, waarin de Latijnse school zich ontwikkeld<br />

had tot een onderwijsinstituut voor de sociaal gezien hogere maatschappelijke<br />

groeperingen (Esseboom 1995, 329 e.v.). Het onderwijsprogramma beperkte<br />

zich in de meeste gevallen tot de vakken Latijn en Grieks, hoewel in 1815 een<br />

koninklijk besluit verordonneerde dat het onderwijsprogramma gecompleteerd<br />

moest worden met moderne aardrijkskunde en moderne geschiedenis als aan-<br />

vulling op oude aardrijkskunde en oude geschiedenis. Tevens diende mytholo-<br />

gie in het onderwijsprogramma opgenomen te worden. Ook het vak wiskunde<br />

moest een plaats in bedoeld onderwijsprogramma van de Latijnse school krij-<br />

gen (Smid 1997, 73 e.v.). <strong>Een</strong> inspecteur zou "door een verstandig en gedurig<br />

opzicht" (Fortgens 1958, 145 e.v.) de ontwikkelingen nauwlettend volgen.<br />

Het koninklijk besluit van 1815 had echter weinig betekenis, temeer, omdat<br />

aan de toegevoegde vakken "pas na afloop van het dagelijkse onderwijs in de<br />

oude talen" aandacht behoefde te worden besteed (Boekholt 1987, 125 e.v.).<br />

In 1816 werd opgemerkt dat voor de "nieuw-toegevoegde vakken" "uitslui-<br />

tend bestemd" zijn "het laatste uur van de ochtend-schooltijd, gedurende het<br />

gehele jaar, en het laatste uur van de namiddag-schooltijd, met uitzondering<br />

van de drie wintermaanden". Voorlopig bleef Latijn nog hoofdvak; bij dertig<br />

uren onderwijs per week waren 's zomers twintig uur beschikbaar en 's winters<br />

vierentwintig. Het onderwijs aan de universiteiten - de toenmalige hoge-<br />

scholen - werd de studenten namelijk grotendeels aangeboden met<br />

gebruikmaking van de Latijnse taal. Het curatorium van de Friese hogeschool<br />

meende, dat "het gevaarlijk zijn zoude het onderwijs in de moedertaal" - bij<br />

enkele colleges werd de onderwijsleerstof in het Nederlands behandeld -<br />

"algemeen te maaken". "De geleerde taalen immers hebben" nog steeds<br />

"eenen onmidlijken invloed op de uitbreiding der wetenschappen" (Fortgens<br />

1958, 147 e.v.). Het was er de reden van dat in 1816 gedetailleerde aanwijzin-<br />

gen verstrekt werden voor het onderwijs in de klassieke talen. Voor de "bijvak-<br />

ken" waren slechts summiere aanwijzingen beschikbaar (Smid 1997, 37). De<br />

landelijke overheid gaf daarmee aan wat zij belangrijk vond. Zij beschouwde,<br />

blijkens het "Reglement op de Latijnsche Scholen", deze vorm van onderwijs<br />

als de eerste trap van het hoger onderwijs. De hogeschool vormde de tweede<br />

trap. De Latijnse school was als voorbereidend hoger onderwijs bestemd voor<br />

141

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!