27.09.2013 Views

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

gen moeten leveren aan" onder meer "examinering" en "leerplanontwikke-<br />

ling" (INT 1988.8.10, 20). De rijksschooltoezichthouders meenden dat de cul-<br />

tuur van het rijksschooltoezicht als een geheel van "opvattingen", "uitingen"<br />

(INT 1989.10.1, 10 e.v.), handelingen en gedragingen van inspecteurs geken-<br />

merkt moest worden door participerend leveren van bijdragen aan de vernieu-<br />

wing van het onderwijs. Het was hun identiteit en het zou blijvend hun ken-<br />

merk moeten zijn. Het rijksschooltoezicht beschikte over een omvangrijke<br />

expertise die gebaseerd was op "kennis en inzicht met betrekking tot het<br />

onderwijsveld" (RPTr 1990, 36). In de praktijk van alle dag konden de in-<br />

specteurs dan ook niet volstaan met adviezen. Het ontbrak de onderwijsin-<br />

stituten aan vergelijkingsmogelijkheden waarover de inspecteur gezien zijn<br />

schoolbezoeken wel de beschikking had. De inspecteur diende met het<br />

onderwijzende personeel en het hoofd van de basisschool of de directeur van<br />

een onderwijsinstituut van vo de onderwijsverantwoordelijkheid te delen. G.<br />

van Steijn die in 1983 rector was van een scholengemeenschap, zou het spijtig<br />

vinden als "het direkte, regelmatige kontakt tussen inspecteur en een<br />

school(leider) verloren zou gaan". Dat zou, <strong>naar</strong> zijn mening, "niet in het<br />

belang van het onderwijs en de individuele school" (Steijn 1983, 13) zijn. De<br />

inspecteurs maakten deel uit van het onderwijsveld. Als de "inspectie", zoals<br />

Idenburg in 1970 suggereerde, een "onderwijskundige sector" (Idenburg<br />

1970, 17) was, dan vereiste dat bij de inspectie onderwijskundig-didactische<br />

kennis en inzicht in onderwijskundig-didactisch handelen. Daaromtrent dien-<br />

den onderwijsgevenden gemformeerd te worden.<br />

Onderwijsinspecteurs wensten ook betrokken te zijn en te blijven bij de<br />

werkzaamheden op de werkvloer. In 1928 werd een pleidooi gehouden voor<br />

een "schooltoezicht" dat een "onmiddellijk contact met den man, die het<br />

onderwijs geeft", impliceerde, "en de inspectie een intiem, persoonlijk karak-<br />

ter" (Stemerding 1928, 178 e.v.) verleende. Bijna zeventig jaar later - in 1996 -<br />

merkte de toenmalige inspecteur-generaal F.J.H. Mertens evenwel op dat de<br />

inspectiewerkzaamheden minder "persoonsafhankelijk" (Mertens 1996, 17)<br />

gemaakt dienden te worden. Theoretische kennis en praktische ondervinding -<br />

en vrijwel alle inspecteurs konden ook nog in de tweede helft van de twintig-<br />

ste eeuw bogen op een lange en gevarieerde onderwijservaring - deden som-<br />

migen van hen mild staan tegenover onderwijsgevenden, een mildheid die<br />

sprak uit het boekje "Hee, pst! Wat kom je doen?" (Straver 1971, 9 e.v.):<br />

724

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!