27.09.2013 Views

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

de negentiende eeuw kregen enkele Franse scholen een plaats in de categoric<br />

van het middelbaar onderwijs. Ze kwamen veelal voor in de toenmalige grote<br />

steden. De Rotterdamse onderwijscommissie merkte daarentegen op, dat er in<br />

de Maasstad een "afzonderlijke inrigting behoorde" te staan, waar leerlingen<br />

onderwezen zouden kunnen worden in "onze letterkunde, geschiedenis en die<br />

van naburige beschaafde volken". "Bepaaldelijk voor middelbaar onderwijs<br />

bestaat hier ter stede niets", schreef dezelfde commissie in 1839 voor de eerste<br />

maal (Dodde 1991, 214). <strong>Een</strong> groot aantal stedelijke Franse scholen had slechts<br />

een eenvoudig niveau en kon daardoor niet gerekend worden tot het m.o.<br />

Door de diffusie tussen de uitbreidingen van het lo - in het bijzonder het<br />

mulo - en het mo werd een vaststelling van verschillen tussen beide vormen<br />

van onderwijs noodzakelijk. De overeenstemming tussen de vormen van mulo<br />

en mo lag in de algemene vorming die zij de leerlingen aanboden. Het mulo<br />

was echter, doordat het in beginsel lo was - en daarin onderscheidde het zich<br />

van het mo - bestemd voor de lagere volksklasse. Het zorgde voor "het noodi-<br />

ge onderwijs" dat leerlingen, zo viel te lezen in het onderwijsverslag van 1910,<br />

"in hun geheele leven bij het werken en streven" moest "sterken en steunen"<br />

(OV 1910/2, F 8). Het mulo was niet meer dan een verlenging van het lager<br />

onderwijs en bestemd voor "de arme kleine burgerij en kleine boeren en<br />

slechts in geringe mate" voor "de arbeidersklasse" (Harmsen 1961, 71). Mid-<br />

delbaar onderwijs daarentegen was bestemd, volgens een oude, maar nog<br />

altijd bruikbare aanduiding die opgenomen was in het onderwijsverslag uit<br />

1817, voor kinderen van de "kooplieden, de fabrikanten, de winkeliers, de<br />

meesters der verschillende ambachten in de steden, de kunste<strong>naar</strong>s en meer<br />

anderen, die buiten twijfel onder de nuttigste en werkzaamste ingezetenen des<br />

lands gerangschikt worden", op scholen voor middelbaar onderwijs "hunne<br />

opvoeding" (OV 1842, 24) afrondden. Het sociaal-economische en sociaal-<br />

culturele niveau van leerlingen die scholen voor mo bezochten, zou hoger lig-<br />

gen dan van leerlingen die <strong>naar</strong> onderwijsinstituten voor mulo gingen.<br />

Er was behoefte aan duidelijkheid over het onderscheid tussen het mulo en<br />

het mo. In de loop van de tijd was evenwel gebleken dat de scholen voor mo<br />

zich richtten op de hogere middengroeperingen die voor hun maatschappelijke<br />

positie aan lo niet voldoende hadden. Zij wensten een voortgezette scholing op<br />

een inhoudelijk hoger niveau dan dat van het mulo, een vorm van lo, waarvan<br />

verondersteld werd dat het bestemd was voor lagere middengroeperingen. Het<br />

297

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!