27.09.2013 Views

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

toenmalige wetgever nauwelijks sprake is geweest" (Costers 1970, 18). Zelfs<br />

het leerplan - dat beschouwd werd als "het meesterstuk der school" (Regt<br />

1860, 69) - "is geworden tot een stuk, dat nu eenmaal benodigd was om voor<br />

de subsidie-uitkeringen in aanmerking te komen" (Costers 1970, 19). De<br />

pedagogische zorg voor het onderwijs ontbrak aan de eerste laag van het<br />

rijksschooltoezicht. Het was de consequentie van de positie die in 1858 door<br />

de elf inspecteurs van het lager onderwijs was ingenomen. Het ministerie van<br />

onderwijs was de administrateur van het Nederlandse schoolsysteem. Het rijks-<br />

schooltoezicht nam de pedagogische zorg voor zijn rekening. Stilzwijgend was<br />

met het ministerie van onderwijs overeengekomen dat sedert 1921 het beheer<br />

en bestuur van het Nederlandse schoolsysteem in handen lag van het<br />

onderwijsdepartement. Bij zijn overleg in 1919 met de Tweede Kamer over de<br />

wet op het lager onderwijs kon de minister niet worden misverstaan. Van hem<br />

en zijn ministerie was geen "paedagogiek van de regeeringstafel" (HTK 1919,<br />

2038) te verwachten. De landelijke overheid zou zich niet bezig dienen te hou-<br />

den met de inhoud van het onderwijs. Het zou een vorm van staatspedagogiek<br />

zijn waarvoor in de aanloop <strong>naar</strong> de pacificatie van 1917 in toenemende mate<br />

huiver bestond. <strong>Een</strong> dergelijke vorm van bemvloeding zou de ontwikkeling van<br />

het bijzonder onderwijs - dat het vrije onderwijs heette te zijn (Pelosi 1960, 7<br />

e.v.) - kunnen belemmeren.<br />

In confessionele kring werd gevreesd dat de landelijke overheid als finan-<br />

cier van het onderwijs zeggenschap wenste over vorm en inhoud ervan. De<br />

latere inspecteur voor middelbaar en gymnasiaal onderwijs J. van Andel merkte<br />

in 1925 in dit verband op, dat de pacificatie van 1917 voor het bijzonder<br />

onderwijs allerminst als een zegen beschouwd mocht worden (Andel 1925, 19).<br />

Van een ongelimiteerde vrijheid van onderwijs kon, <strong>naar</strong> zijn mening, geen<br />

sprake zijn, doordat de landelijke overheid - financiele - mogelijkheden had in<br />

de vrijheid van onderwijs in te grijpen. Het was een veronderstelling die in de<br />

jaren twintig van de twintigste eeuw al bevestigd was door onder andere de<br />

zogenoemde bouwwet van 1922. Deze wet verbood de oprichting van<br />

schoolgebouwen zonder machtiging van de landelijke overheid. Ook het bouw-<br />

besluit van 1924, dat ten doel had "bezuiniging op de kosten van schoolbouw<br />

mogelijk te maken" (Aarts 1932, 145), demonstreerde het administratieve<br />

gezag van de landelijke overheid over het bijzonder onderwijs. Niet alleen het<br />

openbaar onderwijs, maar ook het bijzonder onderwijs moest de bouw van<br />

411

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!