27.09.2013 Views

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

ontwikkeling der leerlingen zou kunnen bijdragen, mits het slechts gegeven<br />

werd op eene wijze, welke aan de behoefte" van de leerlingen "beantwoord-<br />

de". Inspecteur Steyn Parve moest evenwel ervaren dat de betrokken leraar<br />

niet bereid was - en mogelijk niet in staat was - op de door hem bedoelde<br />

manier onderwijs aan te bieden. Deze diende zijn ontslag in. Ook het vak<br />

volkshuishoudkunde dat evenzeer op het onderwijsprogramma van de bas ver-<br />

meld stond, werd te moeilijk geacht voor leerlingen van de bas. Wederom<br />

persisteerde inspecteur Steyn Parve. Hij merkte op, dat het wenselijk was "om<br />

aan deze leerlingen eenige gezonde begrippen van volkshuishoudkunde mede<br />

te deelen, vooral in betrekking tot arbeid en nijverheid, kapitaal en waarde, en<br />

vooral ook aangaande de betrekking waarin de staat is geplaatst ten opzigte<br />

van de nijvere klasse". Inspecteur Steyn Parve adviseerde de leraar met het<br />

"onderwijs voort te gaan". Ditmaal had inspecteur Steyn Parve succes. "Het<br />

examen in April jl.", zo berichtte hij met enige tevredenheid, "heeft mij<br />

getoond, dat het niet geheel zonder vrucht gegeven is" (ABiZd 521, 28 e.v.).<br />

De leraar had zich aan de inspecteur gewonnen gegeven.<br />

Ondanks de wijzigingen in het onderwijsprogramma kon niet ontkend<br />

worden dat het onderwijsprogramma van de bas voor de leerlingen te zwaar<br />

was. Het rijksschooltoezicht maakte er regelmatig melding van. Om tegemoet<br />

te komen aan de voortdurende "klacht van de zijde der leraren, dat de leerlin-<br />

gen niet in staat waren hun onderwijs te volgen", werden er, zo meldde in-<br />

specteur De Groot, aan bas'en "zoogenaamde voorbereidende klassen" (Groot<br />

1914, 4) opgericht. Ze moesten de geconstateerde deficienties ongedaan<br />

maken. De inspecteurs Bosscha, Staring en Steyn Parve meldden onafhankelijk<br />

van elkaar het bestaan van dergelijke klassen in hun inspectiegebied. In<br />

Harlingen bestond het onderwijsprogramma van deze voorbereidende klas uit<br />

"eene herhaling van het op de lagere scholen geleerde" (ABiZd 605), in het<br />

bijzonder in de vakken "rekenen, schrijven en lezen". In andere steden bleek<br />

het niet veel anders te zijn. "Het onvoldoende van het lager onderwijs" "is in<br />

verscheidene gemeenten op eene bedroevende wijze aan den dag gekomen"<br />

(ABiZd 604, 145), berichtte inspecteur Steyn Parve in 1867. Uit niets bleek<br />

evenwel dat er enig overleg was over deze aangelegenheid tussen de beide<br />

sectoren van het rijksschooltoezicht. Het rijksschooltoezicht van het lager<br />

onderwijs had andere zorgen. Uiteindelijk ging slechts een gering aantal leer-<br />

lingen <strong>naar</strong> het vervolgonderwijs.<br />

308

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!