27.09.2013 Views

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

der onderwijs - kon geen sprake zijn, <strong>naar</strong> zijn inzicht.<br />

De opvatting van Kleijwegt werd door de minister van onderwijs gedeeld<br />

en overgenomen. De bijzondere inspecteurs waren vertegenwoordigers van de<br />

gemeentebesturen of van de bijzondere schoolbesturen. Ze dienden te worden<br />

opgevat als "een verlengstuk" van deze bestuursinstanties. Het rijksschool-<br />

toezicht behoefde aan de andere "inspectie" niet te vragen - de minister van<br />

onderwijs wees zelfs de kwalificatie van inspecteur voor deze functionarissen<br />

af - "vinden jullie het goed?" (BHTSG 1961-1962, II, 2987). Hij stelde voor<br />

eventueel overleg tussen het rijksschooltoezicht en het schooltoezicht van<br />

gemeentelijke openbare scholen en van de besturen van het bijzonder onder-<br />

wijs te laten plaatsvinden "voor zover" het rijksschooltoezicht "dit nodig acht"<br />

(BHTSG 1961-1962, II, 2989). Hoewel Kleijwegt deze tekstuele aanvulling<br />

ongewenst vond, accepteerde de Tweede Kamer gemelde mogelijkheid tot<br />

overleg. Waar het zinvol en noodzakelijk was, was er sedert de negentiende<br />

eeuw steeds overleg geweest met het plaatselijke schooltoezicht. Ook het<br />

schooltoezicht van het bijzonder onderwijs kon rekenen op een welwillend<br />

contact met het rijksschooltoezicht. <strong>Een</strong> wettelijk vastgelegde mogelijkheid tot<br />

overleg "met de gemeentelijke inspectie en met degenen die door de besturen<br />

der bijzondere scholen met het toezicht op deze scholen zijn belast" (BHTSG<br />

1961-1962, II, 2989) werd door de minister van onderwijs uitgesloten. De bij-<br />

zondere inspecteur werd gezien als een ambtelijke vertegenwoordiger van zijn<br />

schoolbestuur. De inzet van confessionele Tweede-Kamerleden voor een bete-<br />

re positie van hier bedoelde bijzondere en eigen inspectie bleek uiteindelijk<br />

weinig succesvol.<br />

De Tweede-Kamerleden hadden het resultaat van hun onderneming voor<br />

het inspectoraat van het bijzonder onderwijs kunnen voorzien. In 1914 meende<br />

de "Vereeniging van Christelijke onderwijzers en onderwijzeressen in<br />

Nederland" dat het confessionele onderwijs een eigen inspectie behoefde. Het<br />

rijksschooltoezicht zou zich moeten bezighouden met schoolbouwaan-<br />

gelegenheden en met de naleving van wettelijke bepalingen en subsidievoor-<br />

waarden, terwijl het bijzonder schooltoezicht aandacht zou moeten besteden<br />

aan de goedkeuring en handhaving van leerplannen en roosters en met de<br />

benoeming en ontslag van het onderwijzende personeel. Het bijzonder<br />

schooltoezicht zou door de landelijke overheid gesubsidieerd moeten worden,<br />

hetgeen geen financiele verzwaring van de rijksuitgaven impliceerde, omdat de<br />

449

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!