27.09.2013 Views

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Het had er veel van dat deze kwestie lang zou aanhouden, temeer omdat<br />

zowel de afdeling middelbaar onderwijs van het ministerie van onderwijs als de<br />

afdeling hoger onderwijs erbij betrokken was. Ze verschilden van mening. "<strong>Een</strong><br />

school of schoolgedeelte is, volgens de wet, of H.O. of M.O.", merkte de afde-<br />

ling Hoger Onderwijs van het ministerie van onderwijs op 6 maart 1919 op. <strong>Een</strong><br />

tertium als een samengaan van beide vormen van onderwijs was, <strong>naar</strong> het oor-<br />

deel van de afdeling Middelbaar Onderwijs, uitgesloten. "Tertium non datur"<br />

(AOeWa 1160, 6 maart 1919) werd opgemerkt; een derde vorm van onderwijs<br />

bestond niet, noteerde de afdeling gedecideerd. "De wet kent geen lycea",<br />

schreef inspecteur Vinkesteyn de minister, als "de inspecteur van het M.O. tot<br />

dusverre het wenschelijk of nuttig oordeelde kennis te nemen van den onder-<br />

bouw van een lyceum, is hem nooit geweigerd de beide laagste klassen te<br />

bezoeken. Maar bedenkelijk wordt het, als hij gemachtigd wordt", schreef<br />

inspecteur Vinkesteyn enigszins ongemakkelijk, "naast den inspecteur der gym-<br />

nasia toezicht op deze klassen uit te oefenen. Het is de taak der inspecteurs", zo<br />

ging hij in zijn brief aan de minister van onderwijs verder, "om op alle mogelijke<br />

wijzen den bloei der onder hun inspectie staande scholen te bevorderen en geen<br />

onbelangrijk deel dezer taak is het geven van wenken en raadgevingen<br />

betreffende het onderwijs. En stel het niet onmogelijke geval" - een opmerking<br />

waarmee inspecteur Vinkesteyn een principieel antwoord van de minister van<br />

onderwijs uitlokte - "dat de inzichten van twee inspecteurs, aan wie het toezicht<br />

overdezelfde klassen is opgedragen, in belangrijke punten verschillen; <strong>naar</strong> wien<br />

van beide behooren zich dan bestuur, rector en leeraren te richten?" (AOeWa<br />

1160, 22 februari 1919, 1104).<br />

De afdelingen Middelbaar Onderwijs en Hoger Onderwijs van het ministe-<br />

rie van onderwijs kwamen er, ondanks verwoede pogingen, niet uit. Er restte<br />

minister van onderwijs De Visser niets anders dan op 22 januari 1920 de inspec-<br />

teurs "bij wijze van overgangsmaatregel" voor te stellen - tot dat er een nieuwe<br />

wet op het middelbaar onderwijs afgekondigd zou worden, een wet die er ove-<br />

rigens niet zou komen - "een regeling te treffen" ten behoeve van "een<br />

gemeenschappelijk toezicht van den inspecteur der gymnasia en den betrokken<br />

inspecteur van het M.O. ten opzichte van den onderbouw der lycea" (AOeWa<br />

1160, 22 januari 1920, 214/1, H.O.). Buiten de wet om moesten, volgens een<br />

ambtelijke aantekening van 10 maart 1919, "op dien gemeenschappelijken<br />

onderbouw ook beide wetten tegelijk" toegepast worden, waardoor "dus -<br />

511

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!