27.09.2013 Views

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

voorschriften te herstellen of te verbouwen. In 1888 moest een gemeentebe-<br />

stuur door een ministeriele uitspraak gedwongen worden "de allerellendigsten<br />

toestand" waarin een schoolgebouw in de gemeente verkeerde, te herstellen.<br />

"De muren" van het schoolgebouw "waren in hooge mate vochtig, tengevol-<br />

ge waarvan, aan de binnenzijden, groote oppervlakten een groen plantenaan-<br />

was vertoonden en een groote kilheid in het schoollokaal heerschte"<br />

(Hubrecht 1891, 3). <strong>Een</strong> aantal gemeentebesturen werd zelfs verweten dat zij<br />

de tegemoetkoming van de landelijke overheid in hun onderwijsuitgaven -<br />

sedert 1878 was er sprake van een subsidising van 30% - in de gemeentekas<br />

lieten vloeien "zonder dat het bedrag dier uitgaven eene noemenswaardige<br />

verhooging heeft ondergaan" (ABiZc 1000, 4). Slechts van enkele dorpen en<br />

steden kon gemeld worden dat zij onderwijsinstituten lieten bouwen. In de<br />

periode van 1880 tot 1900 werd met name in de stad Utrecht de bouw van<br />

een dertiental scholen verwerkelijkt (Jacobs 1996, 95). In de stad Groningen<br />

werden vijf scholen gebouwd, waarvan drie met zes lokalen en twee met<br />

twaalf lokalen (Bruijel-Van der Palm e.a. 1986, 43).<br />

Vooral na de beeindiging van de schoolstrijd in 1917, die de verdedigers<br />

van de bijzondere school ten opzichte van de voorstanders van de openbare<br />

school financiele gelijkheid bracht, grepen bedoelde verdedigers van het bij-<br />

zonder onderwijs - op basis van de wet op het lager onderwijs van 1920 - in<br />

ruime mate de gelegenheid aan scholen te bouwen. De landelijke overheid<br />

was door een veranderde regeling hiervoor, zoals aangegeven werd, financieel<br />

verantwoordelijk. Er werd wat betreft de scholenbouw zelfs gesproken van<br />

"schoolbouw-waanzin" en van "schoolbouw-hysterie" (Aarts 1932, 143).<br />

4.10 Succes en tegenslagen gedurende de periode<br />

van 1857 tot 1920<br />

Gedurende de periode van 1857 tot 1920 moest het rijksschooltoezicht,<br />

evenals in het tijdvak van 1801 tot 1857, tegenslagen incasseren. Inspecteurs<br />

en schoolopzieners hadden geen mogelijkheden hun wil dwingend op te leg-<br />

gen. "Bevelen" konden zij niet geven. Het rijksschooltoezicht kon slechts<br />

"zedelijke invloed uitoefenen". De inspecteurs en schoolopzieners moesten<br />

zich beperken tot "raadgeven, vermanen, teregt wijzen, aanwakkeren, wat<br />

den onderwijzer betreft" en "overleggen, uitnoodigen, overreden, belangstel-<br />

ling wekken, wat de gemeentebesturen aangaat" (Hemkes 1858, 197 e.v.).<br />

385

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!