27.09.2013 Views

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

mo werd beschouwd als "volksonderwijs, maar hooger volksonderwijs" (Kreen-<br />

en 1864, 30 e.v.). Het mulo was kwalitatief minder, want het was lager volks-<br />

onderwijs. Met deze interpretatie verschafte het mo zich een elitair karakter<br />

(Harmsen 1961, 235). Het mulo was maatschappelijk gezien voor eenvoudiger<br />

groepen.<br />

Behalve een sociaal-economisch criterium was er ook een sociaal-cultu-<br />

reel criterium op grond waarvan het mo zich onderscheidde van het lo en zijn<br />

uitbreidingen. Het mo had een omvangrijker - algemeen vormend - onderwijs-<br />

programma dan het mulo, al liet deze vorm van onderwijs evenzeer een breed<br />

onderwijsprogramma zien. Er was zelfs sprake van een overlapping in het<br />

onderwijsprogramma van het mulo en dat van het mo. Het verschil in diep-<br />

gang was niet groot, maar evident. Enkele scholen voor mulo konden zonder<br />

bezwaar, aldus schreef Blaupot ten Gate, "bij de scholen van middelbaar<br />

onderwijs getrokken" worden. Op gezag van de landelijke overheid vond dat<br />

inderdaad bij "missive van 11 Nov. 1864" (ABiZd 522, 3) plaats. De meeste<br />

van dit soort scholen voor mulo bleven evenwel behoren tot het lo.<br />

Er was naast het aangegeven sociaal-economische criterium en sociaal-cul-<br />

turele criterium nog een derde - onderwijskundig-didactisch - criterium op grond<br />

waarvan het mo zich onderscheidde van het mulo. Het mo hanteerde het<br />

vaklerarensysteem, terwiji het mulo zich kenmerkte door het systeem van de klas-<br />

senonderwijzer. Bij het mo lag de nadruk op de overdracht van wetenschappelijke<br />

informatie - het latere "disciplines oriented model" - ten behoeve van de<br />

cognitieve ontwikkeling van de leerlingen. Voor het mulo was de ontplooiing van<br />

de mogelijkheden van leerlingen - het latere "individual oriented model" (Estvan<br />

1968, 120 e.v.) - van belang. Tegenover een ontwikkelingspsychologische bena-<br />

dering van het mulo stond een wetenschappelijke benadering van het mo.<br />

Inspecteur Steyn Parve merkte in 1870 daarover op, dat "de lagere school zich<br />

ten doel stelt de leerlingen niet alleen te onderwijzen, maar ook op te voeden,<br />

terwiji de middelbare daarentegen uitsluitend bestemd is om hun kundigheden<br />

mede te deelen" (Steyn Parve 1870/1, 8). Zeventig jaar later - in 1941 - herhaal-<br />

de eerdergenoemde inspecteur Gielen deze opvatting. Hij schreef dat het mulo<br />

niet meer was dan een verlengstuk van het reguliere zesjarige lager onderwijs.<br />

Het werd gegeven door pedagogisch-georienteerde onderwijzers, terwiji het<br />

middelbaar onderwijs leraren kende die voor een enkel vak opgeleid waren en<br />

daarmee het middelbaar onderwijs een wetenschappelijke geaardheid verschaften<br />

(Gielen 1941, 89 e.v.).<br />

298

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!