27.09.2013 Views

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

van de andere vormen van voortgezet onderwijs volgde (OV 1958, 183). Voor<br />

scholen voor de zeevaart en voor de luchtvaart waren excursies al een noviteit.<br />

De inspectie van het vhmo berichtte in 1967, dat slechts op een beperkt aantal<br />

scholen het biologieonderwijs leerlingen in de gelegenheid stelde zelf waarne-<br />

mingen te verrichten en bij natuurkundeonderwijs te experimenteren (OV<br />

1967, 192 e.v.). Het leerstofprogramma van het voortgezet onderwijs was<br />

gericht op kennisvermeerdering en op bevordering van cognitieve vaardig-<br />

heden. In dit verband maakten de leraren van het voortgezet onderwijs zich<br />

zorgen over de "aansluiting van het lager bij het middelbaar onderwijs". "De<br />

resultaten van het l.o.", aldus werd reeds in de jaren twintig van de twintigste<br />

eeuw opgemerkt, "waren niet uniform noch in technische vaardigheid, noch<br />

wat betreft de basis der verstandelijke ontwikkeling" (OV 1924/1, 162). In<br />

1926 werd onder meer gesteld dat in de eerste leerjaren van de middelbare<br />

scholen "vooral de kennis der zinsontleding en woordontleding" onvoldoende<br />

was, "zoodat niet alleen het onderwijs in het Nederlandsch, doch ook dat in<br />

Fransch en Duitsch daardoor werd belemmerd" (OV 1926/1, 177). De leerlin-<br />

gen van het lager onderwijs voldeden niet aan de verlangens van de leraren.<br />

Met, volgens een mededeling in het Onderwijsverslag van 1926, per week "6<br />

uur wiskunde, 5 uur fransch, 4 uur duitsch" (OV 1926/1, 179) voor twaalfjari-<br />

gen kon dat ook bezwaarlijk anders. De aantekening "dat de leerlingen, die<br />

reeds ongeveer 13 jaar waren, toen zij op school kwamen, zich veel gemakke-<br />

lijker door de moeilijkheden heensloegen dan dejongere" (OV 1926/1, 179)<br />

bracht daarin weinig verandering. Ook de intellectuele kwaliteiten van deze,<br />

een jaar oudere leerlingen waren aanvankelijk beperkt. Bovendien bleken de<br />

verklaringen van de hoofden van lagere scholen omtrent de verstandelijke<br />

mogelijkheden van hun leerlingen niet steeds betrouwbaar. "Verscheidene<br />

nieuw aangekomen leerlingen bleken na eenigen tijd minder geschikt voor ver-<br />

dere studie" (OV 1925/1, 174). Onderwijsvernieuwing op de lagere school<br />

werkte voor het voortgezet onderwijs, <strong>naar</strong> de mening van leraren, nadelig uit.<br />

In 1946 werd in het Onderwijsverslag vastgesteld, dat "het lerarencorps in zijn<br />

loffelijke ijver om allereerst te herstellen wat geleden had en in eerste instantie<br />

de normale gang van zaken te hervatten, een gelukkige rem vond om niet<br />

onbesuisd aan allerlei soms meer geestdriftige dan verantwoorde acties tot<br />

vernieuwing mee te doen" (OV 1944/1945/1946/2, 427). Vooralsnog kende<br />

onderwijsvernieuwing bij het voortgezet onderwijs weinig ontwikkelings-<br />

590

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!