27.09.2013 Views

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

liek, zoals in 1838 de openbare school in het Zuid-Hollandse Veur. <strong>Een</strong> ade-<br />

quate oplossing kon op Ameland aangetroffen worden. Inspecteur Wijnbeek<br />

berichtte dat elk van de vier dorpen op dit eiland een school had. "Te Buren",<br />

noteerde hij in 1837, "zijn de bewoners meest Roomsch; de onderwijzer belijdt<br />

de Roomsch-Catholijke godsdienst". In de overige dorpen - Ballum, Hollum en<br />

Nes - "zijn zij Protestantsch" (Reinsma 1965, 87 e.v.). In deze plaatsen was<br />

een protestantse onderwijzer werkzaam op de openbare school. Aan de gods-<br />

dienstige verhoudingen werd tegemoet gekomen door een voor de gemeen-<br />

schap relevante onderwijsgevende tot hoofd van de openbare school te<br />

benoemen. "In vele dorpen", zo noteerde inspecteur Wijnbeek in zijn onder-<br />

wijsverslag van 1841, "waar de Roomsch Catholijken de meerderheid uitma-<br />

ken, vond ik onderwijzers van hunne godsdienst". Voor protestant-christe-<br />

lijken was het niet anders. Deze ontwikkeling bood confessionelen de<br />

gelegenheid godsdienstige teksten in het onderwijsprogramma van een<br />

openbare school op te nemen. Het rijksschooltoezicht was geen voorstander<br />

van deze ontwikkeling, maar heeft een confessionele differentiate van het<br />

Nederlandse schoolsysteem niet kunnen voorkomen. De hierbedoelde pragma-<br />

tische aanpassing aan de plaatselijke omstandigheden heeft er toe geleid dat in<br />

de jaren veertig van de negentiende eeuw de protestants-christelijke politicus<br />

G. Groen van Prinsterer en de rooms-katholieke bisschop J. Zwijsen het denk-<br />

beeld van de splitsing van de openbare school in joodse openbare lagere scho-<br />

len, protestants-christelijke openbare lagere scholen en rooms-katholieke<br />

openbare lager scholen lanceerden (Aarts 1932, 11 e.v. en Brok 1964, 72 e.v.).<br />

Het leek, gezien de ontwikkelingen in het land, een voorstel waaraan reali-<br />

teitszin geenszins ontbrak, al verbaasde enkele schoolopzieners het voorstel<br />

enigszins. Het rijksschooltoezicht adviseerde de landelijke overheid niet op het<br />

denkbeeld in te gaan. Het zou het Nederlandse schoolsysteem versnipperen.<br />

De openbare school moest algemeen-christelijk blijven, opdat alle kinderen<br />

van de Nederlandse samenleving dit onderwijsinstituut konden bezoeken. Het<br />

bijzonder onderwijs kon als het dat wilde - zeker na de invoering in 1848 van<br />

het beginsel van de vrijheid van onderwijs - een onderwijsinstituut <strong>naar</strong> eigen<br />

inzicht oprichten en leerlingen, <strong>naar</strong> zijn keuze, toelaten. Voorstanders van de<br />

hierbedoelde vorm van onderwijs waren evenwel zelf verantwoordelijk voor de<br />

oprichting en ontwikkeling van het bijzonder onderwijs.<br />

226<br />

Gedurende de eerste helft van de negentiende eeuw werd het vraagstuk

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!