27.09.2013 Views

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

streek kennen - en in de tijd - op de hoogte zijn van het streekverleden - van<br />

betekenis geacht werden. Aan natuurlijke historic, zoals het vak biologie in die<br />

dagen heette, en aan wiskunde en natuurkunde werd vrijwel alleen bij het<br />

voortgezet onderwijs schooltijd besteed. Het rijksschooltoezicht van het lager<br />

onderwijs stemde in met de beperkende interpretatie van de onderwijstaak<br />

door het onderwijzende personeel. De onderwijsinspectie vroeg niet om een<br />

uitbreiding van de leerstof, maar daarentegen om een verdieping van de zoge-<br />

noemde hoofdvakken. De omvang van het onderwijsprogramma, zoals dat<br />

door de wetten op het lager onderwijs van de negentiende eeuw - 1857, 1878<br />

en 1889 - was gepresenteerd, was voor de rijksschooltoezichthouders eerder<br />

een nastrevenswaard ideaal dan een doelstelling die bereikt moest worden.<br />

Voor een onderwijzer "die gemiddeld een getal van 60 tot 70 leerlingen van<br />

verschillenden leeftijd heeft te onderwijzen, welk getal des winters somtijds tot<br />

bij de 100 klimt" was het "ondoenlijk, op eene doelmatige wijze" alle vakken<br />

die genoemd werden in de wet op het lager onderwijs van 1857, "te behande-<br />

len" (OV 1860, 92), meende de Zeeuwse inspecteur Van Visvliet in 1860. Het<br />

"platteland heeft noodig een ontwikkelde, geen geleerde jeugd", berichtte<br />

inspecteur F. de Vries zestig jaar later, in 1921. Hij vreesde dat "straks de dik-<br />

wijls eenvoudige taak, die in de maatschappij vervuld moet worden", de<br />

leerlingen te min toeleek, "zoodat een te groot aantal den weg der studie op<br />

wil en in later jaren "het geleerde proletariaat" een plaag voor de maat-<br />

schappij wordt" (OV 1921/2, A 100). Hij kon zich een uitbreiding met de vak-<br />

ken vormleer, Nederlandse en andere talen, aardrijkskunde, landbouwkunde<br />

en tuinbouwkunde, vaderlandse en algemene geschiedenis, kennis der natuur,<br />

handwerken voor meisjes en handarbeid voor jongens, in het kader van een<br />

brede algemene vorming wel voorstellen, maar, zoals de districts-<br />

schoolopziener A.J. Nijland in 1915 schreef, "lezen, schrijven en rekenen"<br />

werd door de plattelandsbevolking van arbeidersgezinnen, maar ook door het<br />

meerendeel der kleine grondbezitters en pachters" (OV 1915/2, B 10) vol-<br />

doende geacht.<br />

In tegenstelling tot de dorpsscholen werden aan stadsscholen voor de<br />

diverse vormen van lager onderwijs andere eisen gesteld. Daar was een uitge-<br />

breid onderwijsprogramma - met onder andere Frans - te rechtvaardigen, het-<br />

geen zeker het geval was op scholen die voorbereidden op mo en vho. De<br />

leerlingen die deze scholen - opleidingsscholen - bezochten, kregen een breed<br />

344

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!