27.09.2013 Views

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

door middel van een brochure tevoren uitvoerig waren gemformeerd - was<br />

een situatie die het onderwijzerscorps niet vertrouwd voorkwam. "En we wis-<br />

ten niet wat we moesten verwachten", merkte bedoelde directeur op. De<br />

school werd, zo meldde de directeur, "binnenstebuiten gekeerd: van de didac-<br />

tiek, de administratie, het gebouw tot wat ouders en leerlingen van het onder-<br />

wijs vinden" (JSW 1999, 84, 1, 14 e.v.). Desondanks bleek het intensieve en<br />

diepgravende schoolbezoek door schooldirecteuren van de basisscholen over<br />

het algemeen als een positieve noviteit gewaardeerd te worden. Ook de<br />

"leerkrachten hebben het positief ervaren" (DRS 1999, 27, 1, 6), berichtte<br />

vermelde directeur, een opmerking die bevestigd werd door het onderwijzende<br />

personeel van vierhonderdtweeenvijftig door de inspectie ondervraagde scho-<br />

len voor bao; 93% van hen toonde zich tevreden. In 2001 bleek evenwel uit<br />

een onderzoek, dat overigens methodologisch niet bevredigend geacht kon<br />

worden, dat enkele directieleden van protestants-christelijke en rooms-katho-<br />

lieke basisscholen minder ingenomen waren met het rst en ist. Beide vormen<br />

van schooltoezicht werden door hen zelfs als demotiverend ervaren. Het rijks-<br />

schooltoezicht zou, <strong>naar</strong> hun inzicht, te zeer vasthouden aan de eigen opvat-<br />

tingen. Voor de zienswijze van de hierbedoelde directeuren had slechts 35%<br />

van de inspecteurs belangstelling (SP 2001, 6 e.v.). De rijksschooltoezichthou-<br />

ders waren te zeer gebonden aan hun beoordelingsschema, hun toetsingska-<br />

der, meenden genoemde directeuren. Verondersteld werd bovendien, dat de<br />

onderwijsinspectie haar bevindingen te stellig presenteerde. Ze zou dienen op<br />

te merken: "we meten met criteria a en b en als ze correct zijn, dan komt er<br />

dat uit". Bovendien zou de inspectie de rechtspositionele problematiek als een<br />

voor de hand liggend criterium niet over het hoofd mogen zien. <strong>Een</strong> onder-<br />

wijsgevende die minder goed functioneerde, kon niet zonder meer de school<br />

ontzegd worden (PP 2000, 3,7,3). Het onderwijzende personeel van honderd-<br />

zeventig scholen voor vo sprak zich daarentegen in 1999 positief uit over rst-<br />

vo. <strong>Een</strong> enquete onder hen leverde de uitspraak op, dat het optreden van het<br />

rijksschooltoezicht - met 67% "zeer mee eens" en 31 % "mee eens" - als cor-<br />

rect ervaren werd. De scholen waren "tevreden" - 41% "zeer mee eens" en<br />

54% "mee eens" - "over de wijze waarop rst door de inspectie werd uitge-<br />

voerd". Het "afrondend gesprek met de schoolleiding gaf" - 42% "zeer mee<br />

eens" en 55% "mee eens" - een adequaat beeld van de eerste indrukken van<br />

de inspecteurs", terwijl het rapport een duidelijk beeld gaf - 24% "zeer mee<br />

eens" en 66% "mee eens" - van de sterke en zwakke kanten van de school<br />

711

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!