27.09.2013 Views

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

opleiding veranderingen aan te brengen.<br />

Bij het ontwikkelen van onderwijzersopleidingen gingen de schoolopzie-<br />

ners uit van een vorming in de praktijk. Er moest bij de opleiding tot<br />

onderwijsgevende sprake zijn van een praktijkopleiding met een theoretische<br />

component. Andere mogelijkheden werden niet overwogen, tenslotte hadden<br />

enkele schoolopzieners inmiddels enige ervaring met het opleiden van<br />

onderwijzers (Dodde 1968, 138 en 218 e.v.). Het rijksschooltoezicht bepleitte<br />

de oprichting van normaalscholen. Reeds eerder waren er met het oog op het<br />

gewenste samengaan van theorie en praktijk leer- en kweekscholen in het<br />

leven geroepen. Ze waren in 1796 te Amsterdam, Groningen en Haarlem<br />

opgericht, in 1800 te Leiden, in 1801 te Rotterdam, in 1804 te Den Haag en in<br />

1806 te Delft (Turksma 1961, 18 e.v., en Wolthuis 1982, 280). Er was sprake<br />

van particulier initiatief dat veelal gedragen werd door de AAaatschappij tot<br />

Nut van J t Algemeen. De leer- en kweekscholen waren normaalscholen waar-<br />

van het onderwijsprogramma niet slechts gericht was op het leren beheersen<br />

van de didactiek van de hoofdvakken lezen, schrijven en rekenen, maar tevens<br />

op het verwerven van opvoedkundig-onderwijskundige informatie en inzicht.<br />

De opleiding kon gekwalificeerd worden als een brede beroepsopleiding. Het<br />

was er de oorzaak van dat in 1806 werd bepaald, dat de onderwijzer-opleider<br />

een bepaalde graad van opleiding moest kunnen aantonen alvorens zich "op<br />

het aankweeken van leerlingen tot schoolmeesters" te "mogen toeleggen".<br />

De onderwijzer-opleider moest een gekwalificeerde onderwijzer zijn. In 1806<br />

merkte de Zuid-Hollandse commissie van onderwijs in dit verband op, dat<br />

geen "school-onderwijzer" "zich op het aankweeken van leerlingen tot<br />

schoolmeesters" zal "mogen toeleggen, tenzij hij den" - nog nader aan te<br />

geven - "hoogsten of tweeden rang bezitte of daartoe door de commissie van<br />

onderwijs gequalificeerd zij" (ARSZh 30).<br />

De normaalscholen - de leer- en kweekscholen - waren een succes. Het leid-<br />

de er zelfs toe dat de landelijke overheid de leer- en kweekschool te Haarlem<br />

overnam en er in 1816 een rijksleer- en kweekschool van maakte. Het was een<br />

modelnormaalschool. Kwekelingen die in Haarlem school hadden gegaan, wer-<br />

den veelvuldig gevraagd elders in het land de functie van onderwijsgevende te<br />

aanvaarden. Verondersteld werd zelfs dat zij niet alleen goede onderwijzers<br />

waren, maar dat zij ook in staat waren als opleiders op te treden. De Utrechtse<br />

provinciale commissie van onderwijs nodigde in 1827 een als bekwaam bekend<br />

181

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!