27.09.2013 Views

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Oosterkamp uit 1926. Onder de titel "Van heinde en verre" werden<br />

natuuronderwerpen aan de orde gesteld. In het hoofdstuk "Van een ijverig<br />

volkje in 't bosch" werd het leven van mieren aan de orde gesteld. De dia-<br />

loogvorm moest zorgen voor een levendig verhaal:<br />

"Ik heb een goede tijding voor jullie", zei boer Van Veen tegen zijn jongens.<br />

"Oom en tante Beuking te Zandhuizen vragen je de laatste week van de<br />

vacantie te logeeren. Of wil je misschien //ever thuis blijven? Want visschen<br />

kun je hier in 't water/and beter dan daar ginds op den hoogen zandgrond."<br />

De jongens dachten er niet aan om thuis te blijven. Ze vonden het veel te prettig<br />

om <strong>naar</strong> Oom en Tante te gaan. "Ze hebben het thuis zeker niet goed!",<br />

zeide Moeder, die zich boos hield. Maar de jongens wisten wel, dat ze 't niet<br />

meende. Vlug werd er een briefkaart in de bus gedaan, met mededeeling aan<br />

Oom en Tante, dat de jongens graag zouden komen. Den Zaterdag van dezelfde<br />

week reisden Johan en Kees af.<br />

Den volgende dag zien we ze in gezelschap van hun Oom en hun neef Dirk op<br />

de wandeling. Het geheele landschap is nieuw voor de jongens. Thuis niets<br />

dan einde I ooze vlakke weiden, slechts hier en daar afgewisseld door wuivende<br />

rietvelden langs en in de ondiepe veenplassen. Hier bouwlanden met rogge,<br />

boekweit en aardappelen, dennenbosschen en eiken hakhout en golvende heidevelden.<br />

Vooral in de dennenbosschen vinden de jongens het heerlijk en op hun verzoek<br />

gaat de wandeling daar den eersten dag door. Natuurlijk hebben zij veel<br />

te vragen.<br />

Op eens blijft Kees staan en vraagt, terwijl hij <strong>naar</strong> een hoop dennenaalden<br />

aan den voet van een boom wijst: "Wat is dat daar?"<br />

"Weet je dat niet?", is de wedervraag van Dirk, die zich niet kan voorstellen,<br />

dat zijn neven zoo weinig op de hoogte zijn met zaken, die hij reeds als jongen<br />

van vijf jaar kende. "Weet je dat niet? Dat is een sprokkelnest!"<br />

"<strong>Een</strong> mierennest", vulde Oom aan, "maar hier noemt men de boschmieren,<br />

die je hier overal met groote haast ziet loopen, sprokkels."<br />

Johan en Kees merkten nu eerst, dat ze midden in de mieren stonden, die langs<br />

een bepaalden weg het nest verlieten of hier<strong>naar</strong> terugkeerden. Ze leken<br />

onrustig; zeker door het bezoek.<br />

"Ca een weinig op zij!" raadde Oom den jongens aan. "Kijk Johan, daar loopt<br />

er een tegen je kous op, en als het een mier gelukt tusschen je kleeren in te<br />

kruipen, beleef je er weinig plezier van."<br />

"Steken ze dan, Oom?"<br />

"Steken doen deze mieren niet Wel zijn er mieren, die een angel aan het achterlijf<br />

hebben; doch een boschmier mist dat wapen. Deze kan echter venijnig<br />

bijten, en dan heeft ze er nog plezier in, om in de gemaakte wonde wat vergif<br />

579

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!