27.09.2013 Views

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

scholen, protestants-christelijke openbare scholen en rooms-katholieke open-<br />

bare scholen. Aan het denkbeeld van een provinciale inspecteur - er zouden er<br />

elf zijn - werd geen aandacht besteed. Klaarblijkelijk werd het denkbeeld zon-<br />

der meer geaccepteerd.<br />

De oplossing voor het vraagstuk van het godsdienstig-zedelijke karakter<br />

van de openbare school lag niet voorhanden. Daarvoor waren een derde en<br />

zelfs vierde concept van de wet op het lager onderwijs nodig van<br />

achtereenvolgens 30 december 1855 en 23 februari 1857 (Langedijk 1953, 98<br />

e.v.). Daarbij werd tevens het denkbeeld van een hoofdinspecteur - in de bete-<br />

kenis van een inspecteur-generaal - gemtroduceerd die "de eenheid en kracht<br />

van het schooltoezigt" (BHTSG 1856, 579) zou moeten bevorderen. Inspec-<br />

teurs en schoolopzieners van het lager onderwijs zouden aan hem onderge-<br />

schikt zijn. Het ministerie van binnenlandse zaken verdedigde deze visie met<br />

de opmerking dat vermelde eenheid en kracht alleen maar mogelijk was door<br />

centralisatie. Deze centralisatie zou verwerkelijkt moeten worden door een<br />

functionaris die overzicht had van het gehele Nederlandse schoolsysteem.<br />

Slechts met een hoofdinspecteur van het onderwijs zou een adequate uitvoe-<br />

ring van de onderwijsvoorschriften mogelijk zijn. De hoofdinspecteur zou een<br />

brugfunctie vervullen tussen de afdeling onderwijs van het ministerie van<br />

binnenlandse zaken en het rijksschooltoezicht. Hij zou zowel administrateur als<br />

inspecteur moeten zijn. De hoofdinspecteur werd geacht "bekend" te zijn<br />

"met de inzigten der regering", waaromtrent hij niet alleen de leden van het<br />

rijksschooltoezicht zou moeten informeren, maar ook het onderwijzende<br />

personeel. De hoofdinspecteur zou een "behoorlijk toezigt van overheidswe-<br />

ge" dienen te representeren dat "onder de bestaande verordeningen reeds van<br />

belang" was, maar dat "nog meer" zou "zijn, wanneer, ten gevolge der vrij-<br />

heid van onderwijs, bijzondere scholen in onbepaalden getale" "te voorschijn"<br />

zouden komen. Er zou door hem "naauwkeurig moeten worden toegezien, dat<br />

er geene afwijkingen der verordeningen plaats hebben". De hoofdinspecteur<br />

zou de controleur moeten zijn van de vrijheid van onderwijs.<br />

Het ministerie van binnenlandse zaken had weer behoefte aan een<br />

vooruitgeschoven ambte<strong>naar</strong>, zoals hoofdinspecteur Van den Ende geweest<br />

was. Van de hoofdinspecteur werd verwacht, zoals voorgesteld werd door de<br />

afdeling onderwijs van het ministerie van binnenlandse zaken, dat hij de<br />

onderwijsinstituten van "al de deelen van het rijk" (BHTSG 1854, 52) zou<br />

235

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!