27.09.2013 Views

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

was dat de inspecteur dergelijke cursussen als die in de inspectie Dokkum,<br />

Heerenveen en Zuidhorn "voor het openbaar onderwijs mag organiseren". Hij<br />

vroeg zich af of het rijksschooltoezicht deze cursussen "voor het bijzonder<br />

onderwijs verborgen" moest "houden en de toegang aan bijzondere onderwij-<br />

zers" diende te beletten. Het was een retorische vraag, die door de minister<br />

beantwoord werd met: "zeker niet wanneer het gaat om onderwerpen, zoals<br />

hier bedoeld, die in bepaalde streken van het land gelijkelijk voor openbaar en<br />

bijzonder onderwijs van belang zijn" (ABiZh 807, 24 mei 1960). De landelijke<br />

overheid legde met deze uitspraak nog eens vast dat het rijksschooltoezicht<br />

zich met de verandering en verbetering van het Nederlandse schoolsysteem in<br />

onderwijskundig-didactische zin kon en zelfs moest bezig houden, al was dat<br />

voorbehouden aan de hoofdinspecteur. Stilzwijgend stond de minister van<br />

onderwijs als opperschooltoezichthouder toe dat de hoofdinspecteur een deel<br />

van zijn taak overdroeg aan zijn inspecteurs.<br />

De zorg om de vrijheid van onderwijs was eerder een politiek-theoretisch<br />

vraagstuk dan dat het een rol speelde in de realiteit van de verwerkelijking van<br />

het onderwijsleerproces. Veel eerder al - in 1939 - had de protestants-christe-<br />

lijke hoofdinspecteur P. van Nes Czn. gesteld dat de uitkomsten van onderwijs-<br />

kundig-didactisch onderzoek - ongeacht hun bron - voor het protestants-<br />

christelijke onderwijs een versterking kon betekenen. Dat er een bijbelse<br />

didactiek zou bestaan - en hoofdinspecteur Van Nes Czn. citeerde de auteur<br />

Van Klinken uit diens "<strong>Een</strong> diagnose van de hedendaagsche schoolziekte" uit<br />

1938 - moest "naief-principieel" genoemd worden. "Het is met het karakter<br />

en de structuur van de Heilige Schrift", aldus Van Klinken, "in strijd te meen-<br />

en, dat men daaruit pasklaar didactische gegevens" (Klinken 1938, 96, en Nes<br />

Czn. 1939, 6) zou kunnen afleiden. Het onderwijskundig-didactische onder-<br />

zoek leverde informatie, die door de gebruiker levensbeschouwelijk gemterpre-<br />

teerd moest worden. Het ging niet om wetenschappelijke gegevens als zoda-<br />

nig, maar om de uitleg en het gebruik ervan.<br />

Ondanks deze en andere ministeriele argumenten bleef bij confessionele<br />

groeperingen achterdocht bestaan. Steeds weer werd gemeend dat het rijks-<br />

schooltoezicht de vrijheid van onderwijs aantastte. In 1954 liet minister van<br />

onderwijs Cals door zijn ambtenarencorps nagaan - uiteraard <strong>naar</strong> aanleiding<br />

van een vraag van een parlementslid - hoeveel inspecteurs zich "onledig" hiel-<br />

den "met het uitgeven van leerboeken voor het lager onderwijs" (Abizh 807,<br />

463

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!