27.09.2013 Views

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

gische richtlijn sinds de stichting van de republiek in 1795 en later - in 1813 -<br />

van het koninkrijk der Nederlanden een ideaal dat nastrevenswaard was.<br />

Schoolopziener P. Romeijn maakte duidelijk wat de pedagogische richtlijn van<br />

het Nederlandse schoolsysteem voor de tweede helft van de negentiende eeuw<br />

inhield. In 1866 zette hij in zijn publicatie "Wat is er van de klagten over het<br />

lager onderwijs?" uiteen waarop de richtlijn van het onderwijs gebaseerd was.<br />

"De mensch bij zijn geboorte is aan een jong dier gelijk", herhaalde hij de<br />

antropologische visie van zijn collega-schoolopzieners aan het begin van de<br />

negentiende eeuw. De mens was evenwel, <strong>naar</strong> het inzicht van Romeijn, "toege-<br />

rust met begaafdheden <strong>naar</strong> ligchaam en geest". Hij was "voor eindelooze vol-<br />

making vatbaar". In navolging van schoolopziener Goede, die zich in 1801 ook<br />

aan een vergelijking tussen dier en mens gewaagd had, sprak schoolopziener<br />

Romeijn zich uit voor een humane verplichting die genoemde vervolmaking te<br />

realiseren, want als "die volmaking, die wij doorgaans beschaving noemen, niet<br />

wordt aangebragt, dan blijft de mensch dier". Op de weg <strong>naar</strong> de beschaving<br />

heeft de mens hulp nodig. Met amanuensis Van den Ende - zonder hem overi-<br />

gens te noemen - wees schoolopziener Romeijn in dit verband op de "natuurlijke<br />

helpers", de ouders, en de aanvullende ondersteuners, de onderwijsgevenden.<br />

Zij dienden opvoedelingen en leerlingen te leiden tot welzijn, dat bestond uit<br />

"een gezond, gehard en voor velerlei werk en bedrijf geschikt ligchaam", tot<br />

"middelen voor voeding, kleeding, huisvesting en verwarming" en tot<br />

"eigenschappen van karakter en geest" (Romeijn 1866, 2 e.v.).<br />

Het opvoedkundige aspect van de richtlijn hield in negatieve zin een ver-<br />

bod in "leeringen" te verspreiden, die "strijdig" waren "met de goede zeden".<br />

Leerlingen mochten niet aangespoord worden "tot ongehoorzaamheid aan de<br />

wetten des lands" (Hoorn 1907, 343). Op elk onderwijsniveau van lager,<br />

middelbaar en hoger onderwijs werd, <strong>naar</strong> de opvatting van schoolopziener<br />

Romeijn, de opvoedkundige richtlijn aangevuld met diverse onderwijskundige<br />

richtlijnen. Voor het lo betekenden deze richtlijnen "de verspreiding der kundig-<br />

heden welke voor ieder mensch onontbeerlijk zijn" en die "zich bovendien" uit-<br />

strekten "tot de eerste beginselen van die kennis, welke van het hoogste nut is,<br />

voor ieder lid der maatschappij". Het middelbaar onderwijs - en deze aanteke-<br />

ning gold tevens voor het voorbereidend hoger onderwijs - diende zich "niet<br />

alleen bezig" te houden "met het bewaren, uitbreiden en volmaken van de<br />

reeds verkregen kundigheden, maar ook" met "de beginselen der wetenschap-<br />

244

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!