27.09.2013 Views

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Geleidelijk aan droegen de onderwijsinspecteurs en schoolopzieners - de<br />

een stelliger dan de ander - hun opvattingen en denkbeelden over de leerplicht<br />

uit. De verplichting tot schoolbezoek moest worden ingevoerd. Toen in 1900 de<br />

leerplichtwet werd aangenomen, konden de rijksschooltoezichthouders tevreden<br />

zijn. Zij hadden aan de introductie ervan een bijdrage geleverd, zij het dat slechts<br />

een enkele rijksschooltoezichthouder in een vroeg stadium leerplicht had gepro-<br />

pageerd. Vanaf het begin van de twintigste eeuw waren kinderen in de leeftijd<br />

van zes tot twaalf jaar verplicht een school te bezoeken of huisonderwijs te<br />

ontvangen. Door de landelijke overheid werden er gelden beschikbaar gesteld -<br />

ruim honderdduizend gulden in 1910 (OV 1910/2, 31) - ten behoeve van voed-<br />

seluitdeling en kledingverstrekking aan schoolgaande kinderen. Schoolbezoek<br />

werd een afgedwongen gewoonte die na de invoering van de leerplicht nauw-<br />

lettend door het rijksschooltoezicht werd gecontroleerd. In onderwijsverslagen<br />

werden gegevens omtrent het relatieve schoolverzuim bekend gemaakt. In de<br />

periode tot 1920 bedroeg het geoorloofd schoolverzuim gemiddeld ongeveer<br />

5%, voor ongeoorloofd schoolverzuim kon om en nabij 1% genoteerd worden<br />

(OV 1905/2, 383, OV 1910/2, 37 en OV 1915/2, 39). Vele kinderen gingen<br />

sedert de jaren tachtig van de negentiende eeuw <strong>naar</strong> school, de leerplichtwet<br />

van 1900 zorgde voor regelmatig schoolbezoek (Dodde 2000b, 38 e.v.).<br />

4.6.4 Herhalingsonderwijs<br />

Schoolverzuim deed zich vooral voor in de maatschappelijk lagere milieus.<br />

Leerlingen uit deze sociaal-economische laag gingen bovendien onregelmatig<br />

<strong>naar</strong> school. Het kon dan ook niet verbazen dat in de tweede helft van de<br />

negentiende eeuw geconstateerd werd dat de kennis en vaardigheden die de<br />

leerlingen op de lagere school werden bijgebracht, niet of nauwelijks beklijf-<br />

den. Met betrekking tot met name de leesvaardigheid zou, bij verlies van deze<br />

vaardigheid, gesproken kunnen worden van functioneel analfabetisme. Door<br />

gebrek aan oefening hadden de leerlingen de beheersing van de techniek van<br />

het lezen verloren. Volgens een mededeling van het ministerie van defensie<br />

kon in 1850 bijna een kwart van de manschappen van het Nederlandse leger<br />

niet lezen en schrijven (Braster a.o. 1994, 28/tabel 4.5).<br />

Herhalingsscholen moesten de oud-leerlingen van de lagere school hel-<br />

pen de verworven kennis en vaardigheden te onderhouden, nadat deze de<br />

lagere school hadden verlaten. Van de herhalingsscholen die hun lessen in de<br />

284

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!