27.09.2013 Views

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

middengroeperingen bestemde sociaal-economische functies konden innemen.<br />

Nederland maakte met een soortgelijke school in 1795 kennis, toen Maastricht<br />

bezet was door de Franse troepen (Wouters 1964, 22 e.v.). Er diende <strong>naar</strong> Frans<br />

voorschrift een Ecole Secondaire opgericht te worden, die veel overeenkomst ver-<br />

toonde met de Realschule. Inspecteur Steyn Parve was met beide ontwikkelingen<br />

bekend. Hij creeerde met de wet op het middelbaar onderwijs zijn Realschule en<br />

zijn Ecole Secondaire. Naar zijn inzicht diende de burgerschool alle vormen van<br />

middelbare opleidingen die inmiddels in Nederland tot ontwikkeling waren geko-<br />

men, in zich te verenigen. De veelheid van instituten voor middelbaar onderwijs<br />

die ieder afzonderlijk gericht waren op "differents besoins ayant un caractere<br />

economique, technique ou social" (Steyn Parve 1878, 35), zou teruggebracht<br />

moeten worden tot een burgerschool. De burgerschool zou de algemeen-vor-<br />

mende Franse scholen, de bijzondere scholen van de tweede klasse en zelfs de<br />

scholen voor mulo een legitieme basis verschaffen. Onder de aanduiding middel-<br />

baar onderwijs zouden verder opgenomen worden alle beroepsopleidingen van<br />

handelsscholen, industriescholen, industriecolleges, landbouwscholen, land-<br />

bouwcolleges, tekenscholen, tekenacademies en zeevaartscholen van de eerste<br />

helft van de negentiende eeuw (Goudswaard 1981, 347 e.v., Kuipers 1983, 136,<br />

en Kuipers 1985a, 19). De wet zou een eenheid van mo realiseren van algemeen<br />

vormend onderwijs en beroepsonderwijs. Daarbij was, zoals inspecteur Steyn<br />

Parve meende, algemene vorming het uitgangspunt. De leerlingen dienden een<br />

brede, maar intellectualistische vorming te ontvangen; een professionele ontwik-<br />

keling werd niet voorgestaan. Het ging om een "algemeene voorbereiding" "tot<br />

eene groote verscheidenheid van maatschappelijke betrekking, beroep of dienst".<br />

De leerlingen werden niet opgeleid tot "eene bepaalde Industrie". Het lag niet in<br />

de lijn "de scholen tot werkplaatsen te maken" (Kreenen 1864, 31). De latere in-<br />

specteur van nijverheidsonderwijs HJ. de Groot merkte in 1914 in dit verband op,<br />

dat het middelbaar onderwijs in al zijn vormen aanvankelijk gezien werd als "zui-<br />

ver theoretisch". Hij had "meermalen de stelling hooren verdedigen - die dan,<br />

voor welken tak van onderwijs, onaanvechtbaar zou zijn - namelijk dat alle onder-<br />

wijs uitsluitend theoretisch moest zijn en de toepassing geheel aan de practijk<br />

moest worden overgelaten" (Groot 1914, 5).<br />

De burgerschool zou op sociaal-economische en sociaal-culturele gronden<br />

opgesplitst worden in een lagere burgerschool - burgerschool (bs) genaamd - en<br />

een hogere burgerschool (hbs). De bs was bedoeld voor de kinderen van<br />

300

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!