27.09.2013 Views

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Het rijksschooltoezicht reageerde geprikkeld, maar toonde zijn zwakheid.<br />

In plaats van een commentaar op de hierboven vermelde nota kwamen er in<br />

1916 bij de afdeling onderwijs twee commentaren binnen, te weten een van<br />

de inspecteurs van het middelbaar onderwijs Ten Bruggencate en Coops en<br />

een van de inspecteur van de gymnasia CJ. Vinkesteyn. De verdeeldheid<br />

onder de inspecteurs, zowel onder die van het lager onderwijs als onder die<br />

van het middelbaar en voorbereidend hoger onderwijs, bleek een euvel. Er<br />

ontbrak van tijd tot tijd bij bijzondere gelegenheden een Van den Ende, een<br />

Wijnbeek of een Steyn Parve die coordinerend leiding kon geven aan de<br />

opvattingen van het rijksschooltoezicht.<br />

De twee inspecteurs wensten - en zij herhaalden in grote lijnen het denk-<br />

beeld van Ten Bruggencate - een seminarie, waarbinnen een hoogleraar stu-<br />

dentleraren die in het bezit waren van een onderwijsbevoegdheid, in de<br />

gelegenheid stelde onder zijn leiding vier avonden in de week onderwijs te<br />

geven aan belangstellenden in de vakken van de lagere klassen van het mid-<br />

delbaar onderwijs, te weten Nederlands, Duits, Engels, Frans, aardrijkskunde,<br />

geschiedenis en wiskunde. Dit onderwijs zou moeten worden bijgewoond door<br />

bedoelde hoogleraar die uit het gegeven onderwijs "de stof voor zijne theore-<br />

tische lessen" zou kunnen putten. Daarmee werd, <strong>naar</strong> het inzicht van de<br />

inspecteurs, een zeer innige "aanraking tusschen bedoelde hoogleraar en de<br />

a.s. leeraren" bewerkstelligd, waarbij het "zelf doen" van de studentleraar uit-<br />

gangspunt was. De inspecteur van het gymnasium kwam met het voorstel om<br />

"de hoogleraar in de paedagogiek tevens leider" "van een school" te laten<br />

zijn. Hij moest zich tot taak stellen "aan toekomstige leeraren de gelegenheid<br />

te geven zich in de practijk van het onderwijs te bekwamen; de theoretische en<br />

practische opleiding zou dan in een hand zijn" (ABiZf 22). De inspecteur stelde<br />

als alternatief ook nog voor een hoogleraar te benoemen "in de didactiek en in<br />

de methodologie". Diens studentleraren zouden bij "leeraren, die met de prac-<br />

tische vorming belast" wilden worden, kunnen oefenen in het geven van<br />

onderwijs "aan de hoogere burgerscholen en gymnasia zelve". <strong>Een</strong> dergelijke<br />

praktische opleiding zou ook mogelijk dienen te zijn voor bezitters van een<br />

m.o.-akte. Zij zouden echter op hun eigen instituut onderwijs dienen te volgen<br />

"in de didaktiek, methodologie en de psychologic". In overeenstemming met<br />

de afdeling onderwijs sprak ook inspecteur Vinkesteyn van het "eervol karak-<br />

ter, dat de aanwijzing" tot lerarenopleider "ongetwijfeld draagt en de schoone<br />

375

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!