27.09.2013 Views

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

onderste plaatsen". De leerlingen werden in dat geval achterin de klas geplaatst,<br />

waardoor zij minder aandacht kregen van de onderwijsgevende tijdens zijn<br />

onderwijs. Verondersteld werd dat het gebrek aan aandacht de leerlingen zou<br />

treffen. Als tweede straf werd genoemd een aantekening "in het boek van slecht<br />

gedrag", dat overigens ook ruimte had voor aantekeningen omtrent goed<br />

gedrag. ledere onderwijzer moest een dergelijk boek aanleggen, waarin goede<br />

en slechte gedragingen werden genoteerd. De wandaad werd vastgelegd en de<br />

registratie ervan werd later bij een beoordeling van de leerling verwerkt. Slechte<br />

handelingen kregen overigens meer aandacht dan acceptabel en goedgekeurd<br />

gedrag. Beschamender moest zijn - het was een straf van de derde categorie -<br />

het "schrijven van den naam" van de leerling "op een schandbord", "een zwart<br />

geverwde plank" "waarop met krijt de naam van den overtreder, met uitdruk-<br />

king van zijne misdaad geschreven wordt". Wie er eenmaal opstond, diende zijn<br />

best te doen er weer van af te komen. Bij de vierde soort straf werd de leerling<br />

afzonderlijk gezet "zonder iets te mogen leren". Deze straf was in het bijzonder<br />

bestemd voor "den luiaard en onverbiedelijken". Tenslotte zijn er nog "lighaam-<br />

lijke straffen" voor pertinente leuge<strong>naar</strong>s, leerlingen die "Gods namen" misbrui-<br />

ken en die "ontaart" zijn "tot ene kwaadaartige mishandeling zijner medescho-<br />

lieren" (ARSZh 63). Het was een zware straf waarvan de landelijke overheid in<br />

1802 meende dat ze niet meer gebruikt mocht worden. Er werd opgemerkt dat<br />

het straffen zou dienen plaats te vinden "zonder't gebruik van stok of plak"<br />

(AFVV 328). Lichamelijke straffen werden afgekeurd, zij het dat ze nog lang<br />

gehandhaafd bleven. In 1820 schreef de minister van onderwijs nog dat alle<br />

"ligchamelijke schoolstraffen strijden" "met de geest eener redelijke schoolver-<br />

betering". Hij wenste "een zachte en vaderlijke behandeling der scholieren"<br />

(ARSZh 74). Veel eerder - in 1802 - meldde schoolopziener Goede al in een van<br />

zijn rapporten dat er op de school te Montfoort "een schandebord" was, maar<br />

"geen plak meer, ja, in het algemeen weinig lighaamlijke straffen" (ARSZh 5).<br />

Met voldoening berichtte de Drentse provinciale commissie van het onderwijs in<br />

1821, dat "na naauwkeurig gedaan onderzoek gebleken was, dat de onderwij-<br />

zers in deze provincie zich niet aan het ligchamelijke straffen der kinderen schul-<br />

dig maken" (ARSDa 1). De schoolopzieners wensten zich een humane school,<br />

hetgeen bevorderd kon worden door een milde manier van straffen.<br />

Uiteindelijk dienden alle gedragingen van de leerlingen van welke aard<br />

dan ook in de "Aanteken-boeken van goed en slecht gedrag" bijgehouden te<br />

160

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!