27.09.2013 Views

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

gen die zouden kunnen gelden als "nieuwe deugdelijkheidseisen" (OWRa<br />

1999, 47). De Onderwijsraad meende dat de categorie van de deugdelijkheids-<br />

eisen uitgebreid diende te worden. De voorzitter van de Onderwijsraad J.M.G.<br />

Leune had in 1996 al duidelijk gemaakt dat het rijksschooltoezicht - een "die-<br />

<strong>naar</strong> van de kroon" (INT 1996.16.1, 17), zoals hij opmerkte - controle als zijn<br />

hoofdtaak diende te zien. Het ontwikkelen van criteria om met name leerstof te<br />

beoordelen kon slechts door de wetgever verricht worden. Hier lag geen taak<br />

voor het rijksschooltoezicht. In zijn nota "Deugdelijk toezicht" stelde de Onder-<br />

wijsraad dat te overwegen viel "nieuwe deugdelijkheidseisen te formuleren",<br />

die dan "onmisbaar" zouden moeten zijn, "wetenschappelijk onomstreden en<br />

maatschappelijk breed aanvaard" (OWRa 1999, 47). Daarbij kon niet volstaan<br />

worden met algemene doelstellingen; daaraan moesten worden toegevoegd<br />

vakdoelstellingen die onderwijsleerinhouden markeerden.<br />

Evaluatiecriteria dienden als het ware te worden omgezet in controlecrite-<br />

ria. Dit denkbeeld werd door enkele inspecteurs ondersteund. Voor inspecteur<br />

H. Zurlohe was het in 1999 evident dat het rijksschooltoezicht - los van de<br />

taak van de landelijke overheid in dit verband - met de introductie van het<br />

begrip evaluatie en vooral met de uitvoering ervan buiten zijn boekje ging.<br />

"De inspectie mag geen eigen eisen stellen" (INT 1999.19.3, 10), merkte hij<br />

op. Eerder - in 1996 - had inspecteur A. de Heer een soortgelijke opmerking<br />

gemaakt. Hij stelde, dat het bij "evaluatieve opmerkingen" en "in het verleng-<br />

de daarvan aanbevelingen" "niet gaat om wettelijke verplichtingen" (INT<br />

1996.16.2, 11). Het onderwijzende personeel kon, zonder in gezagsmoei-<br />

lijkheden te raken, aan de adviezen van de inspecteur die gebaseerd waren op<br />

evaluaties, voorbijgaan. Diens adviezen waren geen legislatieve voorschriften<br />

of daarvan afgeleide regels. "De aanbevelingen van de inspectie" hadden,<br />

<strong>naar</strong> het oordeel van inspecteur De Heer, "niet de pretentie om in de plaats te<br />

komen" van de adviezen die de school elders - met name bij een schoolbege-<br />

leidingsdienst - krijgen kon.<br />

Ondanks tegenwerpingen heeft het rijksschooltoezicht het onderzoek<br />

<strong>naar</strong> relevante criteria ten behoeve van de evaluatie van het onderwijs gecon-<br />

tinueerd. De inspectie voelde zich als het ware uitgedaagd. In 1990 stelde<br />

minister van onderwijs J.M.M. Ritzen dat de onderwijsinspectorale werkzaam-<br />

heden <strong>naar</strong> criteria voor evaluatie delicaat waren. Enerzijds was er "de vrijheid<br />

van onderwijs en anderzijds de opdracht de kwaliteit van het onderwijs te<br />

669

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!