27.09.2013 Views

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

"Een speurtocht naar samenhang" - Onderwijserfgoed

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

175), mede omdat leerlingen die nog onderwijs wensten te volgen, <strong>naar</strong> andere<br />

scholen gingen. Hoofdinspecteur van het lager onderwijs Rienks zag in de "uit-<br />

breiding van het nijverheidonderwijs en andere takken van reeds bestaand<br />

voortgezet onderwijs" (OV 1925/2, 14) - zoals middelbaar onderwijs of meer<br />

uitgebreid lager onderwijs - de oorzaak van de geringe belangstelling voor het<br />

vervolgonderwijs. <strong>Een</strong> ander - nieuw - argument voor de geringe belangstelling<br />

werd echter gemtroduceerd door inspecteur van het lager onderwijs W. Charbo.<br />

Hij meende dat de geringe belangstelling te wijten was aan "de wel heel sterk<br />

gecultiveerde lichaamssport, met name de voetbalsport" die de "jeugd zoo<br />

sterk trekt, dat hare belangstelling voor de geestelijke ontwikkeling er door ver-<br />

nietigd wordt". Radio en bioscoop zouden evenzeer "de sfeer van luchthar-<br />

tigheid" (OV 1925, 189) bevorderen. Voor herhalings- en inhalingsonderwijs<br />

kon geen tijd worden vrijgemaakt. Inspecteur van het lager onderwijs P.H.F.<br />

Coenen meende in 1933 een meer algemene trend ontdekt te hebben. Ontwik-<br />

kelingspsychologisch gezien waren "kinderen" in zijn dagen "oppervlakkiger"<br />

"dan vroeger". Ze zijn "veel spoediger afgeleid, minder geneigd tot geestelijke<br />

inspanning". Ook inspecteur Coenen zag de toekomst somber in. De leerlingen<br />

"zijn spoediger tevreden over eigen werk en hebben minder vreugde aan eigen<br />

zoeken en vinden. De belangstelling richt zich te veel <strong>naar</strong> sport en spel, de<br />

geest is er vol van" (OV 1933, 276). Deze mentaliteit gold evenwel niet slechts<br />

voor de leerlingen die opteerden voor herhalingsonderwijs en inhalingsonder-<br />

wijs, maar ook voor leerlingen die andere vormen van voortgezet onderwijs<br />

volgden.<br />

Herhalingsonderwijs of inhalingsonderwijs bleek zich nimmer te kunnen<br />

verheugen in veel belangstelling. In 1932 viel in het onderwijsverslag van de<br />

hand van hoofdinspecteur van het lager onderwijs Truijen te lezen, dat het<br />

herhalingsonderwijs "nooit recht" had "willen tieren, maar het schijnt nu uit te<br />

sterven" (OV 1932, 191). Voor veel leerlingen was het onderwijsprogramma<br />

niet aantrekkelijk genoeg. "Taaloefeningen, spellings- en buigingsvormen"<br />

waren, <strong>naar</strong> het inzicht van inspecteur H. de Noo, voor meisjes die al een dag-<br />

dienstje hebben" (OV 1921, 91), volstrekt irrelevant. Meisjes die vervolgon-<br />

derwijs genoten op scholen in de inspectie Winschoten, kregen, volgens in-<br />

specteur van het lager onderwijs J.C. Wirtz Cz., "behalve in de vakken lezen,<br />

taal en rekenen ook nog onderwijs" "in de nuttige handwerken". Dat leek zin-<br />

voller dan grammatica-oefeningen. Het maakte het vervolgonderwijs echter<br />

287

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!